Wie is er nou gek?

Hoewel de gastvrouw me eerder die middag voorgesteld had aan hem en zijn gezin, was zijn naam niet blijven hangen. Nu nam hij plaats in de terrasstoel naast mij. Zwijgend observeerden we de bedrijvigheid rond de barbecue aan het andere eind van de tuin. Tot de stilte me te zwaar werd. Ik stak mijn hand naar hem uit en stelde me voor. Hij antwoordde met een ferme handdruk. ‘Mijn naam is Boris’, mompelde hij. Het viel me op dat zijn tongval nog zuidelijker klonk dan die van mij.

‘Uit België?’ probeerde ik een gesprek op gang te brengen. ‘Jawel, mevrouw. Uit Antwerpen om precies te zijn.’ Hij wees naar een magere brunette in korte broek en geruite bloes. ‘Dat is mijn vrouw en dat daar,’ zei hij terwijl hij zijn vinger verplaatste in de richting van twee ravottende kinderen, ‘zijn mijn zoon en dochter.’ Ik knikte. Mijn beurt om man en kinderen aan te wijzen. We wisselden wat wederwaardigheden en toen stelde ik de vraag waarmee ik nietsvermoedend een persoonlijk drama blootlegde.

‘En wat doe je zoal in België?’ Zijn gezicht betrok. ‘Ik ben maar een eenvoudige havenarbeider, mevrouw.’
‘Dat is een eerzaam beroep’, zei ik, omdat ik me geen raad wist met zijn verontschuldigende houding.
‘Ik kan er maar moeilijk aan wennen.’
Mijn opgetrokken wenkbrauw was genoeg voor een verklaring.
‘Ik heb een hbo-diploma, mevrouw,’ ging hij verder, ‘en ik had een goede baan die me prima beviel, maar ze hebben me moeten ontslaan.’
‘Crisis?’ vroeg ik.
Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, ze hebben me gek verklaard.’

Ik draaide mijn stoel een kwartslag en keek hem onderzoekend aan. Terwijl ik me bedacht dat waanzin lang niet altijd van iemands gezicht af te lezen is, zocht ik toch naar tekenen van abnormaliteit. Boris moest lachen. ‘Nee, je ziet het niet aan me. Wees gerust, ik ben ook niet gevaarlijk. Ik heb nog nooit iemand iets misdaan. Tot mijn vijfendertigste wist ik nog van niets en mijn omgeving ook niet. Toch ben ik sinds twee jaar voor de Belgische staat officieel geestesziek.’

Boris maakte een hoofdgebaar naar zijn spelende nazaten. ‘Het komt door mijn kinderen’, zei hij. ‘Of, nou ja, ik wil hen niet de schuld geven. Zij zijn de aanleiding, laat ik het zo zeggen. Er was iets met hen, dat was wel duidelijk. Maar we wisten niet wat. Op school ging het niet zoals het hoorde te gaan. Daardoor is het balletje aan het rollen gekomen. Ze zijn allebei getest. Mijn dochter bleek PDD-NOS te hebben, mijn zoon het syndroom van Asperger.’
‘Ik ken het’, zei ik kort, om hem niet te lang te onderbreken, en dacht aan mijn eigen Asperger-zoon.

‘Nou, mijn vrouw en ik, wij hadden er nog nooit van gehoord. We zijn ons er onmiddellijk in gaan verdiepen. Bij zo’n diagnose is het in België verplicht ook de ouders te onderzoeken’, ging Boris verder. ‘Bij mijn vrouw vonden ze geen afwijkingen, maar ik bleek ook het syndroom van Asperger te hebben.’ Hij zuchtte luid voordat hij verderging. ‘Vanaf dat moment lijkt ons leven wel een slechte soap.’

‘Ik werd officieel geestesziek verklaard. Kort daarop werd ik ontslagen. Nu kom ik alleen nog in aanmerking voor ongeschoold werk.’
Ik zocht naar woorden, maar vond ze niet.
‘Gelukkig hebben we ons huis nog op naam van mijn vrouw kunnen zetten. Zij kan wel een hypotheek nemen, ik niet meer.’
‘Maar functioneerde je dan niet goed in je werk?’ vroeg ik uiteindelijk.
‘Nooit klachten gehad’, zei Boris kortaf. ‘Maar een geesteszieke in een hbo-functie, dat wil geen enkele werkgever.’

De magere brunette wenkte vanuit de verte. ‘Ik moet gaan’, zei Boris terwijl hij opstond. ‘Het was prettig kennis te maken met u.’
‘Insgelijks’, zei ik en pakte zijn uitgestoken hand.

‘Blijven we nog lang?’ Mijn zoon haalt me uit mijn overpeinzingen. Ik kijk naast me. Op de plaats waar net Boris nog zat, zit nu mijn zoon, mijn Asperger-kind. Pas geslaagd voor de havo. Op het punt om te beginnen aan een hbo-studie. Ik denk aan zijn talent, aan zijn doorzettingsvermogen, aan de kansen die hij ziet én grijpt. Ik denk aan zijn vastberadenheid en de mooie toekomst die hij voor zichzelf ziet. En wij ook. Misschien zal hij ooit een huis kopen, vrouw en kinderen krijgen en de baan die hij ambieert. Waarom niet? Ik kijk hem aan en probeer hem in gedachten het etiketje 'gek' op te plakken. Het lukt niet. Omdat hij toevallig aan de juiste kant van de grens geboren is? Ik denk aan de afstand Tilburg-Antwerpen. Wat zal het zijn? 75 kilometer? En toch zo’n wereld van verschil. Kijk, dat vind ik nou gek.