De p "op" de VVD

Ik heb de pee “op” de VVD en andere politieke miskleunen. Als de lokale stemgang een indicatie moeten zijn voor de landelijke verkiezingen, maak ik me nu al zorgen om het niveau van de komende campagnes. Kijk maar eens mee naar de aanloop naar de verkiezingen in Leeuwarden; politiek op zijn kneuterigst.

Tijdens de tocht langs de winkelruiten in de Leeuwarder binnenstad zie ik twee jochies in oversized jassen hangen tegen de houten afscheidingswand bij de stadsbouwput. Ze worstelen, scheuren en bijten, tot het plakband eindelijk loslaat van de rol. Ze proberen de poster op te hangen, maar het gaat niet van harte. Het is goed te zien waar ze al zijn geweest; als Hans en Grietje laten ze een spoor van omgekrulde en loslatende posters achter. In de verte laat een laatste stukje plakband los en de poster waait over de winkelstraat. Zo’n stukje papier kan best warm zijn voor een zwerver. D66 went alvast aan de goot.  

In het centrum staat een suffe politieke markt. Het canvas van de kraampjes wappert als een te korte broek om koude enkels in de ijzige wind. De praatjesverkopers maken zich klein, maar kunnen niet voldoende schuilen om warm te blijven en het is nog lang geen vijf uur. Van iedere partij wordt een gelukkige uitgekozen die in de warme wind van een winkeldeur de straat mag vervuilen met flyers. De grootste stumpers blijven achter hun houten balies staan. Ik ga met een vriendin de markt op. Ons doel heeft te maken met een nationale sport: zoveel mogelijk gratis pennen scoren.

Het is een schrale bedoening. Nietszeggende partijtjes vormen een stille buitenlinie. Ook de stand van de Fryske Nasjonale Partij oogt verlaten. Dat verstaat toch niemand. De PvdA is saai, burgerlijk en penloos. De lekkere gevulde koeken blijken alleen voor de partijleden te zijn. Daar schijnt de armoedepartij vaker last van te hebben. De vlag van PAL/GroenLinks wappert alle kanten op, maar er ligt niets wat de moeite waard is. De lijsttrekster is vriendelijk, maar ze heeft geen pennen en snoepjes. Nou ja, behalve haar knappe VVD-vriend, maar ik wil niet weten hoe ze hem van zijn lijst trekt. Gelukkig heeft de zojuist gevallen regeringspartij wel iets te bieden. CDA-kleurige erwtensoep. Met stukjes. Ik hoop dat die soep niet is gevallen voor het in de pan werd geschept.

Een gezellige dikkerd in colbertje en een nog dikkere sigaar onder zijn grote snor komt naast me staan. Zijn even dikke auto staat geparkeerd in de dichtstbijzijnde stadsgarage. Hij kijkt me indringend aan. “Wat heb je mooie ogen.” Ik kijk terug. “Is flirten de nieuwe manier om stemmen te winnen voor de VVD?” vraag ik hem. Hij knijpt zijn ogen samen. “Ik zou maar uitkijken met die erwtensoep van de CDA. Vorige week hadden ze het hier ook, maar toen was het niet warm genoeg. Daar is iemand misselijk van geworden, dus ik hoop dat jullie op tijd thuis zijn dan.” Ik ga al over mijn nek van zo’n bal, maar ik hield het bij een boertje. “Hmm… Dan wacht ik wel even tot het wat is gezakt en als het er alsnog uitkomt, kom ik wel bij jouw stand kijken.” “Zodat je bij ons kan overgeven?” vraagt hij verschrikt. “Ja”, zeg ik, “een beetje groen als variatie bij jullie oranje, wit en blauw.” Tijd om de soep te dumpen en te vluchten.

“Kom, we moeten nog naar de kraam van de VVD voor een pen,” zeg ik tegen mijn vriendin. Ik draai me lomp om en bots tegen een vrouw op. Ze stelt zich voor als Laetitia en begint gelijk gezellig te babbelen. Ik heb het gevoel dat ik haar ken. Hoe heet ze ook alweer? Iets met… Gravel? Griffith? Nee, dat kan het niet zijn, dat is toch een tennisster? Nou ja, ze is wel aardig en andere mensen vinden dat schijnbaar ook, want er staan ineens allemaal fotografen om ons heen. Dat maakt het verrekte lastig om nog subtiel een pen te scoren, maar uiteindelijk biedt ze het ons zelf aan. Opgelucht lopen we door naar de volgende kraam.

Bij D66 is het tijd voor iets luchtigs. Chocolademelk, bijvoorbeeld. Een mollig ventje met een retro bobbelhoofdje op zijn nek schenkt het bekertje vol. “Wij hadden hier vanaf het begin al warme chocolademelk. Nu hebben ze allemaal wat warms! Het is niet eerlijk hè.” Ik probeer aardig te doen en pak een reclamekaartje. Ik geef mijn lege bekertje terug. Mijn blik wordt getrokken door een PvdA-roos in de prullenzak. “Goh. Als je daar nou het rode van afknipt, houd je het groen over. Dan past die roos weer bij je kraam.” De man glundert. Ik vrees dat ik hem op een idee heb gebracht.

Thuis maak ik de eindstand op. De NLP probeert me zoet te houden met een lolly, de FNP heeft alleen goedkope pennen. CDA heeft mooie pennen en ze hebben niet geprobeerd me te vergiftigen, wat ik erg schappelijk vind. Dan nog een telefoonnummer van het vieze mannetje van de VVD, een foto met een kamerlid en twee pennen. Er zit een clipje aan de VVD-pen. Als ik het uitrol, verschijnt de tekst: “Ook zo de P op die hoge OZB?” Van schrik laat ik het los en het ijzertje petst tegen mijn vingertopje. Het is erg pijnlijk als de lokale bezuinigingen beginnen bij de grammaticakennis. Ik heb er gelijk de pest in.

D66 had niets weg te geven, maar komt de dag na de politieke markt met een kleine verrassing. Er verschijnt een website met PvdA-wethouder Marco Florijn. De site opent met de tekst: “Eigenlijk ben ik een D66'er,” met daaronder zijn foto met een opgeplakt D66-logo op zijn witte poloshirtje. Marco is niet zo blij en doet een poging om zelf ook een kneuterige antwoordwebsite te bouwen.

De kaarten hebben wat ezelsoren, koffievlekken en zijn wat verfrommeld, maar ze liggen op tafel. De politieke oorlog in Leeuwarden is nu echt begonnen. Hoewel, ik vrees dat het een Uruzgannetje wordt; de strijdbijl zal op een paar zere tenen vallen voor we goed en wel zijn begonnen en dan kan de Leeuwardse campagne verder de blessuretijd in. Braaf spelen en veilige beloftes doen die niet worden nagekomen. ’t Zijn net de echte verkiezingen.