Het ga je goed, Finidi

Ergens in Nigeria zit een man voor een klein huisje. Hij zit in korte broek en met mouwloos T-shirt te genieten van het mooie weer en al het andere om zich heen. De goedlachse donkere schoonheden die hem passeren krijgen een glimlach en een vriendelijk woord terug, maar vooral de voetballende jongetjes kunnen hem bekoren. Die jongens kijken, wanneer ze de bal laten rollen op iets wat de naam “veldje” nauwelijks mag dragen, steeds schielijk op of hij hun acties wel gezien heeft. De man laat merken van wel, door af en toe te klappen of een opmerking te plaatsen. In dat geval zwellen de jongetjes van trots. Die man is namelijk niet zo maar een man, nee, hij is een absolute grootheid hier.

De man denkt met een glimlach terug aan zijn eigen jeugd. Ook hij had niet veel nodig om plezier te hebben. De bal en wat vriendjes, meer niet. Die bal maakte hem beroemd en uiteraard willen die jongetjes die nu voetballen op zijn oude veldje hetzelfde. De bal doet je ontsnappen aan de ellende. Een kwestie van een door God gegeven talent, hard werken en een dosis geluk. Het is de typerende karakterisering van de Afrikaanse voetballer die doorbreekt in Europa.

Deze man kende zijn doorbraak in de zomer van 1993. Ajax had in die zomer grote plannen. Louis van Gaal wilde met zijn jonge selectie de wereld gaan bestormen en kneedde spelers als de broertjes De Boer, Van der Sar, Litmanen en Overmars naar zijn hand. Aangevuld met de teruggekeerde routinier Frank Rijkaard moesten zij de landstitel pakken. Van Gaal miste nog iets in zijn selectie en wel een typische buitenspeler. Hij had interesse in Tijani Babangida, Nigeriaanse rechtsbuiten in Nederland, maar kreeg van de toenmalige Nigeriaanse bondscoach Clemens Westerhof een tip. Zo mocht de rechtsbuiten die Babangida uit de nationale ploeg hield op proef komen bij Ajax.

De man voor het huisje mijmert over die stageperiode. Samen met de Serviër Mitar Mrkela en de Oekraďner Yuri Petrov moest hij proberen om een contract af te dwingen. De beste zou winnen, zo veel was zeker. Grinnikend bedenkt hij hoe zenuwachtig hij was en dat hij toch eigenlijk nauwelijks indruk kon maken. Op zijn zachtst gezegd vonden de andere Ajacieden hem niet direct een aanwinst. “Finito”, zo noemden ze hem al. Toch zag Van Gaal iets in hem wat de rest toen nog niet zag en koos zeer verrassend voor de Nigeriaan van dit verhaal.

Al snel speelde hij zich in de basis bij Ajax, ten koste van de dure aankoop Peter van Vossen. Overmars verhuisde naar links, zodat hij op rechts vrij baan had. Drie seizoenen diende hij de Amsterdammers, in diens meest succesvolle periode sinds jaren. Ajax haalde onder Van Gaal drie landstitels op rij, won de Champions League, de wereldbeker en de Europese supercup. Hij was een belangrijke schakel in een elftal dat als geheel veel meer was dan de som der delen.

In het haast machinale combinatievoetbal van Ajax kende iedereen zijn taak. Zijn taak was lastig, maar hij voerde hem haast perfect uit. Hij was altijd bereid om direct druk te zetten op de verdedigers van de tegenpartij, bij balverlies. In aanvallend opzicht had hij een zeer aardige voorzet en de nodige snelheid. Bovenal had hij voetbalintelligentie, al dan niet aangeleerd. Hij begreep als geen ander wanneer hij naar binnen moest trekken om ruimte te maken voor de rechtsback of rechtshalf. Hij wist wanneer het veld breed gehouden moest worden.

Na die drie seizoenen wilde hij meer geld. Het werd een principiële kwestie. Ajax wilde niet, hij vertrok. Het was niet het grootse vertrek wat hem had gepast. Te weinig mensen hielden rekening met zijn kant van de zaak. Hij had, hier in het dorp waar hij nu zit te genieten van het ware leven, een familie te onderhouden. Kent u de grootte van de gemiddelde Afrikaanse familie? Iedereen wordt erbij betrokken. Vandaar dat hij niet aarzelde toen Betis Sevilla, op dat moment zeker geen sportieve verbetering, hem een dik contract aanbood. Weg was hij.

Steeds verder gleed hij weg in de anonimiteit, de man die op twee WK’s actief was. Bij Betis en bij Mallorca speelde hij redelijk, maar niet op Ajax-niveau. Alleen zijn inkomsten lagen ruim boven Ajax-niveau, wat zelfs ook nog zo was bij zijn periode in Engeland bij Ipswich Town. Vorig seizoen keerde hij nog kortstondig terug bij Mallorca, maar het was echt over. Deze zomer besefte hij het. Geen club had serieuze interesse en dus stopte hij met voetballen.

Een paar bescheiden regeltjes op de vierde pagina van de verscheidene sportkaternen, daarmee moest hij het doen. Op zich logisch, voor een man die slechts drie jaar in Nederland speelde en geen Nederlander was, maar toch. Hij heeft bij Ajax het pad geopend voor andere Nigerianen. Wie herinnert zich niet die ferme knal tegen Bayern München in de halve finale van de Champions League? Die vele mooie acties en voorzetten?

Hij zelf herinnert het zich wel, zittend voor zijn huisje. Hij is de grote man in het dorp, maar wel gewoon gebleven. Wellicht knaagt het nog wel eens aan hem, dat zijn financiële loopbaan uiteindelijk superieur is geworden aan zijn sportieve loopbaan. Spijt zal hij desondanks niet hebben. Hij heeft zijn taak gedaan en kan zijn familie tot in lengte der dagen onderhouden. Het is tijd geworden voor nieuw bloed. Zijn opvolger moet hier maar lopen, tussen die jongetjes die zich uitsloven voor zijn neus en de ene na de andere dribbel uitvoeren. Als hij zijn ogen sluit, kan hij het soms nog horen. Heel in de verte, eerst, daarna langzaam aanzwellend qua sterkte. “Finidi, oh oh, Finidi, oh oh”.

Zorgeloos fluitend loopt hij zijn huis binnen. Hij is niet bevreesd voor de toekomst. En waarom zou je ook, als je zo’n verleden met je mee mag dragen? Het ga je goed, Finidi George.