De zeven hoofdzonden: Gierigheid

Gierigheid is dat wat links en rechts Nederland verenigt. Gierigheid is de moeder van alle zonden, alhoewel ze eigenlijk nooit bij naam genoemd wordt. Dit omdat gierigheid tegenwoordig sociale democratie heet.

Gierigheid is teveel nadruk leggen op de materiele zaken van de wereld. Een ongezonde drang naar geld verzamelen, of goederen, waardoor je meer hebt dan een ander, en dat ook graag zo houdt. Het kan zijn dat je dat doet omdat je denkt dat je zelf veel nodig hebt, of omdat je denkt dat jij het verdiend hebt, of misschien wel omdat jij denkt dat je met veel bezittingen status krijgt.

Veel filosofische wereldbeschouwingen proberen de wereld in te delen op tevredenheid in wat men doet. Zelfverwerkelijking. Schrijvers moeten schrijven, timmermannen moeten timmeren, studenten studeren en putjesscheppers scheppen. Deze verdeling zou enkel kunnen als er geen verschil zou zijn in beloning. Niet in materie, niet in geld, en niet in macht. Als men aan deze voorwaarden voldoet zou de ideale samenleving ontstaan, waarin zelfontplooiing nummer één van het menselijk streven is. Het huis waarin men woont, of de TV waarnaar men kijkt, niet meer dan een middel om dit te bereiken. Helaas is het communisme dood, of zo naar de klote geholpen door op macht beluste dikke jongetjes uit de klas, dat zij nooit meer wordt geloofd. Enkel kleine autarkische samenlevingen zijn geschikt voor alles delen. Samenlevingen die overal ter wereld te vinden zijn, maar altijd kapot worden gemaakt door kolonisatie, sociale democratie, of cultuurverneuker nummer één; religie.

In je leven zou je niet zozeer de beste moeten willen zijn, maar je richten op het ten volle benutten van je capaciteiten. Dan ben je automatisch de beste, voor degene die er werkelijk toe doet, jij. Dat de ene baan meer betaalt dan de ander is voor velen al een reden om de principes op zij te zetten en voor de baan te gaan die ze eigenlijk minder leuk vinden. Gevolg is dat ze meer geld verdienen maar hun zelfontplooiing dus buiten deze werktijden zullen gaan zoeken. Met de huidige stand van zaken kun je er vanuit gaan dat je op je 65ste, net na het behalen van de tijd om te doen wat je echt leuk vindt, dood gaat, en altijd voor niets die kutbaan hebt gehad. Kortom, je hebt de veertig beste jaren van je leven gegeven, voor een vluchtige droom die nooit uitkwam. Enkel heel veel geld kan je bevrijden van deze cirkel, en om heel veel geld te hebben, moet je niet teveel denken aan anderen die minder geld hebben. Er ontstaan klassenverschillen. De baan staat nu garant voor het geld, het geld garant voor zelfontplooiing en zelfontplooiing (lees in onze samenleving; heel veel dingen kunnen doen die anderen niet kunnen) staat voor status. Status staan in ons systeem voor tevredenheid omdat we nu eenmaal graag vergelijken met anderen. Tevredenheid komt dus op de laatste plek in het rijtje, een plek die de meeste van ons nooit zullen halen. En dan mogen we onszelf nog afvragen wie meer tevreden is, de man in het hutje op de hei, die elke ochtend met een glimlach zijn schaapjes verzorgt, of Bill Gates die vierkante brillenglaasjes heeft van het geld tellen.

Dit nu allemaal wetend, kunnen wij maar tot één conclusie komen. Het kapitalisme is een systeem dat gierigheid onderstreept. Door een-ieder-voor-zich concept dat ontstaat, zal het systeem nooit de hele wereld tevreden maken, omdat iedereen geeft, totdat zijn grens bereikt is. En die grens ligt bij ons ongeveer bij de tweede wintersport vakantie. Gierigheid wordt er met de paplepel ingegoten. Vind je jezelf niet gierig? Beantwoord de vraag dan maar eens, waarom jij nog steeds in de kroeg geld over de balk smijt, terwijl niet veel verderop mensen nauwelijks nieuwe kleren kunnen kopen. Vind je dat normaal, dan kun je rustig zeggen dat kapitalisme onbewust je drijfveer is. Hoe je het ook wendt of keert, je leeft met de gedachte dat het normaal is dat jij meer hebt dan de ander. En hoe je het ook wendt of keert, deze gedachte staat nergens, maar dan ook nergens in de sterren geschreven. Het is een keuze die al duizenden jaren wordt gemaakt door ons mensen. Vanaf het moment dat we ons grond toe-eigenden ontstond er een cultuur waar we lijnen gingen zetten. Dit is van mij, dat is van jou. Ik heb meer, jij hebt minder.

Gierigheid als zonde. Gierigheid als democratisch verkozen beste manier van leven. Sociaal er aan toegevoegd om de massa te misleiden. Als we maar een ondergrens trekken dan voorkomen we revolutie van de hongerige massa, maar voor de rest laten we iedereen lekker aanmodderen. Landgrenzen er aan toegevoegd, zodat we niet voor de hele wereld hoeven te zorgen, maar met een groen leger kunnen verantwoorden dat wij niet gierig zijn omdat ons land goed voor zijn inwoners zorgt.

Deze hoofdzonde wordt de moeder van alle zonden genoemd door de verschillende religies, maar ze lijkt meer een ondergeschoven kindje. Puur omdat ze veel te diep verwerkt is in onze maatschappij. We vinden het allang normaal dat er verschillen zijn. Enkel de excessen komen aan het licht, maar geef een paar miljoen aan een willekeurig kankerfonds, en niemand die je verder nog zal lastigvallen.

De moeder van alle zonden, is de zonde die men niet meer ziet omdat hij normaal wordt gevonden. Gierigheid is stiekem van definitie veranderd, heeft een masker opgezet in de vorm van sociaal-democratische samenlevingen en viert daarmee hoogtij bij zes miljard zeer zondige mensen.