'Terugkeerregeling Antillianen is discriminatie'
Wanneer Nederland de plannen doorzet om Antilliaanse en Arubaanse probleemjongeren het land uit te zetten of te weigeren maken zij zich schuldig aan apartheidspolitiek. De voorzitters van de Staten van Aruba en van de Nederlandse Antillen hebben dit in een gezamenlijke verklaring van de parlementaire delegaties van de Nederlandse Antillen en Aruba aangegeven, die ze maandag in Den Haag presenteerden.Politici van de Antillen, Aruba en Nederland behandelen deze week in Den Haag verschillende zaken, waaronder de plannen van de minister van vreemdelingen zaken en Integratie Rita Verdonk. Volgens de voorzitters van de eilanden zijn de plannen van minister Verdonk om Arubanen en Antilianen terug te sturen wanneer ze naar Nederland vertrekken zonder dat ze zicht op werk hebben of in de criminaliteit belanden in strijd met diverse nationale en internationale wetten en verdragen. "De plannen kunnen niet anders betiteld worden als invoering van bestuurlijke en strafrechtelijke verbanning. Als Nederlandse staatsburgers mogen wij niet tolereren dat onze jongeren als tweederangsburgers in Nederland worden behandeld ", schrijven voorzitter Mervin Ras van de Staten van Aruba en voorzitter Dwigno Puriel van de Staten van de Nederlandse Antillen.
Volgens statenlid Pedro Atacho zit er niets anders op dan een klacht tegen de Nederlandse Staat in te dienen en de zaak aan het Europese Hof van Justitie en andere internationale fora voor te leggen mocht Nederland het voorstel van Verdonk toch doorzetten. Atacho, oud-minister van Justitie, zegt dat Nederland internationaal gezichtsverlies zal lijden, waarbij de zaak Hirsi Ali peanuts zal zijn.
De toelatingsregeling staat niet op de agenda, maar zal volgens de parlementaire delegaties zeker ter sprake komen. Het protest van de eilanden tegen het voorstel van minister Verdonk is niet nieuw. Al eerder gaf de Arubaanse minister van Justitie Ruby Croes aan dat de plannen van Verdonk onrechtmatig zijn. De voormalige Antilliaanse premier Etienne Ys vond het in januari nog te vroeg om gerechtelijke stappen te nemen.
