Keroppi op zaterdagmiddag in de supermarkt.

Keroppi op zaterdagmiddag in de supermarkt.

Soms hebben mijn broertje en ik het geluk dat we een weekendje verlost zijn van het alziende oog van mijn moeder. Moeders willen immers ook wel een weekendje niet de hele tijd opletten wie toch steeds net niet de fles cola leegschenkt (scheelt weer naar de koude garage lopen) zodat voorkomen wordt dat de hele koelkast volstaat met flessen frisdrank die gevuld zijn met een bodempjes. En een weekend lang niet hoeven te roepen "ruim die troep in je kamer eens op" moet ook zwaar ontspannend werken.

Fijne bijkomstigheid voor ons is dat mijn broertje en ik nu zo oud en wijs worden geacht dat we die weekendjes alleen mogen blijven. Geen vervangend alziend oog in de vorm van een vader of oma, nee gewoon alleen wij 2.

Nou is er een spreekwoord dat luidt: "Als de kat van huis is dansen de muizen op tafel". En in min of meerdere mate is dat bij ons natuurlijk ook het geval (Hee, we blijven nog steeds kinderen hè ). Niet dat er wilde feesten worden gegeven, we nemen niet het risico dat de overbuurvrouw fijntjes komt melden "Dat er toch wel heel veel mensen langskwamen" bij thuiskomst van mijn ouders. Maar tijdens dit soort weekendjes vervallen regels als: 'gelijk je spullen afwassen en opruimen', 'niet je tas in de gang laten slingeren' en 'je troep gooi je gelijk wel' zodra de auto de oprit verlaat.

De eerste paar keren werden we nog met een tot de nok toe gevulde koelkast en een briefje 'wat wanneer te eten' achtergelaten, maar in het kader van zelfstandig worden werd dat langzaam afgebouwd en zijn we nu in het stadium dat we geld krijgen en het maar zelf moeten uitzoeken.

Ha! Zegt de gemiddelde jongere die wel eens alleen moet thuisblijven, dat wordt dus pizza, shoarma en patat. Maar helaas, mijn moeder is niet achterlijk en weet dat de plaatselijk shoarmaboer en pizza-bezorgketen redelijk prijzig zijn. En natuurlijk heeft ze het budget zo gecalculeerd dat we wel naar de supermarkt moeten om daar een maaltijd bij elkaar te winkelen.

Na wat dealtjes met mijn broertje ("ik ga boodschappen doen, dan ga jij nu puinruimen") gemaakt te hebben vertrok ik op mijn fietsje naar de Albert Heijn. De meeste keren dat ik daar kom is 's avonds laat om nog even gauw wat te halen. Blij sjees ik dan door een bijna uitgestorven winkel om gauw de benodigde spullen bij elkaar te rapen. Meestal stond ik binnen 10 minuten weer buiten.

Maar vandaag had ik met 1 ding geen rekening gehouden. En dat was het feit dat het zaterdagmiddag in de decembermaand was. Niks uitgestorven winkel, niks in 10 minuten weer buiten... nee een half uur vol drama stond mij te wachten.

Nadat in net het laatste mandje had weggegrist, hierbij de vernietigende blik van de mevrouw achter me negerend, stortte ik me in het winkelgewoel. De decemberstress was gewoon voelbaar. Mensen met van de stress strakgespannen gezichten keken nauwelijks op van hun boodschappenlijstjes (een volgekladderd a4tje was geen uitzondering) terwijl ze met hun karretjes door de winkel scheurden. Ik nam me voor de volgende keer enkelbeschermers aan te doen, toen ik voor de 5e keer 'geschept' werd door een winkelwagentje.
Terwijl ik even stilstond om te bedenken wat ik nog allemaal moest pakken, zag ik bijna oorlog uitbreken tussen 2 vrouwen om de laatste fondueschotel. Toen 1 van de mannen de boel probeerde te sussen met een "Maar schat, dan eten we toch wat anders" kreeg hij een venijnige 'Kop dicht of je krijgt niks te eten' blik toegeworpen door vrouwlief. De situatie werd op miraculeuze wijze gered doordat een overwerkte vakkenvuller met een nieuwe stapel fondueschotels kwam aanzetten.

Hoewel ik me toch nog redelijk rustig had weten te houden tijdens mijn speurtocht door de supermarkt naar de juiste producten begon zelfs mijn kookpunt toch bereikt te worden toen ik in de rij voor de kassa aanschoof.
Ik had al juist de rij gekozen in het pad met de tijdschriften zodat ik mijn tijd kon verdoen met het lezen van roddelbladen covers maar ik had geen rekening gehouden met een irriterende factor.

Kinderen.

Jengelende kinderen. Ze leken opeens uit elke hoek te komen. In Dolby mega surround. Ik had zin om mijn vingers in mijn oren te stoppen en te roepen: "lalalalalaa ik hoor jullie lekker niet" maar iets weerhield me toch. Misschien dezelfde schaamte die ervoor had gezorgd dat ik niet zoals vele anderen mijn ellebogen had gebruikt in het gedrang bij de koelvakken.

Toen ik eindelijk aan de beurt was keek ik vol medelijden naar het arme schaapje dat als weekendbaantje 'kassamedewerkster bij de Albert Heijn' had. Ik hoopte maar dat ze een mooi kerstpakket zou krijgen.
Toen ik eindelijk met mijn rugzak vol boodschappen de supermarkt verliet overviel me een gevoel van rust.

Een soort van kerstvrede die binnen ver te zoeken was.