McLaughlin loopt wereldrecord op 400m horden, tieners schitteren

In een bloedheet Eugene zijn zondagavond de Amerikaanse atletiektrials voor de Olympische Spelen van Tokyo afgesloten. Dat gebeurde uren later dan gepland, omdat men een dikke 42 graden toch iets te warm vond, maar uiteindelijk was het wachten het meer dan waard.

Op de 400 meter horden bij de vrouwen stonden Sydney McLaughlin en Dalilah Muhammad weer tegenover elkaar en dat betekende de vorige twee keer een wereldrecord. Dat stond op 52,16 seconden, waarmee Muhammad in 2019 de wereldtitel pakte, maar McLaughlin nam het op indrukwekkende wijze over: met een geweldig slot snelde ze naar de winst én het wereldrecord in 51,90 seconden. Muhammad werd met 52,42 wel tweede, voor collegekampioene Anna Cockrell, die met haar 53,70 ook een flinke uitdaagster wordt voor Femke Bol.

Op de 800 meter liet de pas net 19-jarige Athing Mu weer zien wat een fenomenaal talent ze is. Een kleine 200 meter voor de finish zette ze de turbo aan en liet ze alles en iedereen ver achter: winst in 1:56,07 minuten, 's werelds beste jaarprestatie. Raevyn Rogers (1:57,66) en Ajee' Wilson (1:58,39) plaatsten zich ook voor Tokyo.

De 200 meter bij de mannen ging ook razendsnel: Noah Lyles pakte de winst in 19,74 seconden, slechts vier honderdsten voor Kenny Bednarek. Het olympische team wordt gecompleteerd door de pas 17-jarige Erriyon Knighton, die in de halve finales Usain Bolt's wereldrecord tot 20 jaar al aanscherpte tot 19,88 en nu nog iets harder ging: 19,84 seconden.

De meest bijzondere atleet in Tokyo wordt wellicht de 22-jarige JuVaugh Harrison: het sprongfenomeen won het hoogspringen met 2,33 meter én pakte met een indrukwekkende 8,47 meter de winst bij het verspringen, een combinatie die in de afgelopen honderd jaar maar uiterst zelden met succes gedaan wordt.