Defensie verwijdert oude brandstofleiding bij Moerdijk
De Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO) is gisteren begonnen met het verwijderen van een oude brandstofleiding in het Hollandsch Diep nabij Moerdijk. Het gaat om twee zogenoemde zinkers die tot 2005 een belangrijk knooppunt vormden tussen Rotterdam en Antwerpen, met aftakking naar Vliegbasis Woensdrecht.
“Het weghalen van de oude zinkers is duur en complex”, legt projectleider van DPO Rob Bagghoe uit. “Een operatie als bij Moerdijk is voor zover bekend maar een keer gedaan in de haven van Rotterdam, net als nu gedaan door Van den Herik. De buizen, die ongeveer een meter onder de grond liggen, worden opgetakeld en vervolgens in stukken knipt. Daar zijn ze zo’n drie weken mee bezig.”
Kerosine
De DPO, een onderdeel van de Defensie Materieel Organisatie, beheert in Nederland 550 kilometer aan operationele pijpleidingen, die grotendeels onder de grond liggen. Daar gaat jaarlijks ruim vijf miljard liter kerosine doorheen. Ruim de helft gaat de grens over en circa twee miljard is bestemd voor luchthaven Schiphol. Het restant is voor de belangrijkste klant, de Koninklijke Luchtmacht.
In Nederland ligt nog 500 kilometer aan leiding die inmiddels overbodig is, zoals die in het Hollandsch Diep. Sinds 2005 ligt op die plek al een nieuwe leiding.
CEPS
Het pijpleidingennetwerk van Defensie maakt deel uit van het Central European Pipeline System (CEPS), met 5.400 kilometer aan operationele leidingen in West-Europa.
Het CEPS is halverwege de jaren ‘50 van de vorige eeuw door de NAVO ontwikkeld om brandstof snel naar oefenende troepen en aan een eventueel front te brengen. Behalve Nederland doen ook België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en de Verenigde Staten mee.