Minder vee zorgt voor minder stikstof en fosfaat in mest
De stikstofuitscheiding in dierlijke mest is in 2019 vergeleken met een jaar eerder met 2,6 procent gedaald naar 490 miljoen kilogram. Dat is onder het stikstofplafond dat de Europese Unie heeft vastgesteld voor de Nederlandse veestapel. De fosfaatuitscheiding bedroeg tegelijkertijd 156 miljoen kilogram, 3,7 procent minder dan in 2018. De fosfaatuitscheiding ligt hiermee ruim onder het fosfaatplafond. De daling hangt vooral samen met de afname van het aantal runderen, varkens en kippen. Dit meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers.
In 2019 daalde de stikstofuitscheiding in dierlijke mest vergeleken met een jaar eerder met ruim 13 miljoen kilogram. Dat is 14 miljoen kilo onder het vastgestelde stikstofplafond van 504,4 miljoen kilogram. Het is voor het tweede achtereenvolgende jaar dat de stikstofuitscheiding onder het plafond valt.
De stikstofuitscheiding van de melkveesector bedroeg vorig jaar 280,6 miljoen kilogram, 9,3 miljoen kilogram minder (-3,2 procent) dan in 2018. De stikstofuitscheiding van de melkveehouderij is nu gedaald tot onder het productieplafond (281,8 miljoen kilogram) voor deze sector.
Fosfaatuitscheiding dierlijke mest verder onder plafond
De fosfaatuitscheiding daalde in 2019 met 6,0 miljoen kilogram, een afname van 3,7 procent vergeleken met een jaar eerder. De hoeveelheid fosfaat in dierlijke mest is voor het derde achtereenvolgende jaar gedaald en ligt nu 17 miljoen kilogram (10 procent) onder het fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilogram dat door de Europese Unie is vastgesteld.
Vorig jaar bedroeg de fosfaatproductie van de melkveesector 75,1 miljoen kilogram, 3,6 miljoen kilogram minder dan in 2018. De fosfaatproductie in de melkveesector ligt daarmee bijna 12 procent onder het fosfaatplafond voor deze sector (84,9 miljoen kilogram). Vleesrundvee produceerde 11,8 miljoen kilogram fosfaat, ruim 2 procent minder dan het jaar daarvoor.
Minder koeien en jongvee
Nederland telde in 2019 vergeleken met een jaar eerder gemiddeld minder melkkoeien (-0,9 procent) en jongvee (-8,4 procent). In het laatste kwartaal van 2019 nam het aantal melkkoeien echter toe zodat aan het einde van 2019 er bijna 30 duizend koeien meer waren dan op 1 januari. Het aantal kalveren, pinken en vaarzen bleef wel constant.
Minder stikstof en fosfor in voer voor melkvee
Vergeleken met 2015, het jaar waarin het melkquotum werd afgeschaft, is het stikstofgehalte van mengvoer gedaald met ruim 7 procent tot 28,4 gram stikstof per kilogram. Het stikstofgehalte van kuilgras nam in dezelfde periode met 7 procent toe tot 29,1 gram per kilogram droge stof.
Het fosforgehalte van mengvoer daalde tussen 2015 en 2019 van 4,5 tot 4,0 gram fosfor per kilogram. Van de kuilgrasoogst daalde het fosforgehalte in die periode van 4,0 tot 3,6 gram per kilogram droge stof.
Melkproductie per koe vergelijkbaar met 2018
De melkproductie per melkkoe bedroeg vorig jaar 8 870 kilogram, nagenoeg evenveel als in 2018. Hierdoor is ook het totale voerverbruik per melkkoe vergelijkbaar met 2018. Door de afname van het aantal runderen in de melkveehouderij en het per saldo gedaalde stikstofgehalte van voedermiddelen, daalde de stikstofuitscheiding van de melkveesector.
Ook daling van stikstof en fosfaat in varkensmest
De hoeveelheid stikstof en fosfaat in varkensmest daalde in 2019 met respectievelijk 2,7 en 2,9 procent ten opzichte van 2018. Dit hangt samen met een afname van het aantal vleesvarkens met 1,1 procent en het aantal fokvarkens met 6,6 procent. Het effect van veranderingen in de voersamenstelling is nog niet in de cijfers verwerkt.
De stikstofuitscheiding van de varkenssector kwam in 2019 uit op 94,2 miljoen kilogram en de fosfaatuitscheiding op 36,6 miljoen kilogram. De stikstof en fosfaat die varkens produceren liggen sinds 2016 onder de productieplafonds van 99,1 miljoen kilogram stikstof en 39,7 miljoen kilogram fosfaat.
Lagere stikstof- en fosfaatuitscheiding door pluimvee
In 2019 daalde de stikstof- en fosfaatuitscheiding van legpluimvee met bijna 6 procent ten opzichte van een jaar eerder. In de vleespluimveesector veranderde de mestproductie vrijwel niet. De totale stikstofuitscheiding van de pluimveesector bedroeg vorig jaar 54,5 miljoen kilogram, ruim onder het productieplafond van 60,3 miljoen kilogram.
De fosfaatproductie van pluimvee lag in 2019 met 24,7 miljoen kilogram eveneens ruim onder het plafond van 27,4 miljoen kilogram.
Overige vee
De mestproductie van overige dieren nam in 2019 per saldo toe met 1,3 miljoen kilogram stikstof tot 24,0 miljoen kilo door toename van het aantal schapen en geiten en een afname van het aantal nertsen. De fosfaatproductie bleef onveranderd op krap 8 miljoen kilogram.