Overmars: "Hoopten iemand te verkopen"

Marc Overmars merkt dat de hevige concurrentiestrijd bij Ajax voor meer problemen zorgt dan hij had verwacht. Nemanja Gudelj en Anwar El Ghazi en in mindere mate Riechedly Bazoer gooiden hun kont al tegen de krib. Voor Gudelj lijkt inmiddels geen toekomst meer bij Ajax, terwijl de andere twee 'kikkers', zoals De Telegraaf ze omschreef, 'over de rand van de kruiwagen kijken'.

Het gevolg van een grote selectie, zegt directeur Marc Overmars in De Telegraaf. "De afgelopen jaren waren veel spelers zeker van hun plek. Dat is dit jaar anders. Door de meesten is er gevochten voor hun basisplaats, maar er is helaas ook ellende ontstaan."

De tijdsgeest speelt hierin ook een rol. "Vroeger klopten wij één keer per seizoen op de deur van de trainer. Nu is dat tien keer erger, wordt er gewoon minder in de spiegel gekeken. We geven ook toe. Het is nu best moeilijk te managen."

"In het geval van de ontevreden spelers zullen we de oplossing zoeken. Er moet ruimte komen. En dat zal ook wel gebeuren. Overigens hebben we bij een aantal jongens van tevoren al aangeven dat het dit jaar lastig voor ze zou kunnen worden. We hadden gehoopt voor de transferdeadline nog iemand te verkopen." Op namen wil Overmars overigens niet ingaan.

Toch vindt Overmars dat spelers zichzelf meer tijd moeten geven om te slagen bij Ajax. "Misschien moeten we ervan af dat een speler op zijn negentiende moet doorbreken en een vaste basisplaats moet krijgen. Waarom niet op zijn 21e?. Ajax blijft in mijn ogen de club voor talenten. Richairo Zivkovic bijvoorbeeld, heb ik nog niet afgeschreven."