Vuelta etappe 13: Calatayud - Tarazona, 178 km

Het kan niet op voor Nederland. Weer een ritoverwinning, de derde al deze ronde. Ongekende luxe, normaal moeten we jaren wachten op zoveel overwinningen. De rit was nog spannender dan gedacht, de kopgroep bleef lang vooruit en leek het zelfs nog even te gaan halen. Pas in de laatste kilometer kwam het peloton terug en was Danny van Poppel duidelijk de snelste. Knap, omdat hij op een kilometer of 10 van de finish nog last had van een leegloper. In 1991 won Jean-Paul van Poppel zijn eerste rit, zijn laatste ritoverwinning boekte hij in 1994. Nu, 21 jaar later, wint er weer een Van Poppel in de Vuelta. Voor Danny van Poppel is het hopelijk zijn definitieve doorbraak. Hij staat al jaren bekend als een groot talent, maar erg veel progressie leek hij de afgelopen jaren niet te boeken. Dit is toch wel een stap in de goede richting, na pech in de slotfase nog terugkomen en dan overtuigend winnen. Goed, de tegenstand was bepaald niet denderend, maar dat maakt niet uit. Toch mooi Degenkolb verslagen, die het weer voor elkaar kreeg om gruwelijk te falen. Ook Tom Van Asbroeck bakte er weer niets van. Lotto Djumbo had nochtans een prima lead out, maar het niveau in de Vuelta is duidelijk te hoog voor Van Asbroeck. Aangezien wij Nederlanders toch alles winnen stel ik voor om Dennis van Winden maar te laten sprinten. Alles kan voor Nederland in deze Vuelta. Met drie ritoverwinningen op zak gaan we door naar een echte overgangsetappe. Een rit voor vluchters, jammer dat Breakaway Bert zijn kruit al heeft verschoten in de verkeerde rit.

De route van etappe 13 (Bron: letour.fr)
De route van etappe 13 (Bron: letour.fr)

Het hoogteprofiel van de etappe (Bron: letour.fr)
Het hoogteprofiel van de etappe (Bron: letour.fr)

We hebben Catalonië verlaten en zitten nu in de regio Aragón. De startplaats van de deze rit is Calatayud en dat is een plaats in de provincie Zaragoza met 20.000 inwoners. Niet echt een grote stad dus, maar wel een stad met wat mooie gebouwtjes. Vooral de kerk, Santa María la Mayor, mag er zijn. Staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO, dan moet het wel heel ver gaan wil het niet de moeite waard zijn. Voor zo'n klein stadje heeft Calatayud nog best wat historie in de Vuelta, hoewel het al een tijd geleden is dat de Vuelta er nog eens langskwam. In 1995 eindigde er een rit in deze stad, die rit werd gewonnen door Adriano Baffi. In een verder verleden waren er vooral Nederlanders succesvol in Calatayud. In 1970 won Rini Wagtmans in de straten van Calatayud en vier jaar eerder was Jo de Roo de beste in deze stad. In die jaren won Nederland met enige regelmaat een ritje, daar was de laatste jaren weinig sprake van. Nu is ineens weer alles mogelijk. Calatayud is verder vooral een stad geweest waar nog wel eens een rit vertrok. Zo won de Nederlander Cees Haast nog eens een rit die uit Calatayud vertrok. In 1970 ging er een rit van Calatayud naar Madrid en die rit werd gewonnen door Johny Schleck, de vader van. Nu gaan we niet naar Madrid, we gaan naar het noorden.

De startplaats Calatayud (Foto: WikiCommons)
De startplaats Calatayud (Foto: WikiCommons)

Direct na de start begint het al een beetje omhoog te lopen. Een kilometer of 10 omhoog, dat is vast een lekker begin van de dag. De renners beginnen met de Puerto Cavero, waar geen punten te verdienen zijn. Vijf kilometer omhoog, waarvan drie nog best lastige kilomers. Kilometer aan 6%, twee kilometer aan 5%, dat werk. Na deze puerto is het even wat vlakker, maar daarna klimt het rustig verder richting El Fresno, nog een paar kilometer omhoog aan 4%. Extreem brede wegen hier, zelfs nog een stukje snelweg. Daardoor lijkt het niet veel, maar het is meer dan vals plat. In El Fresno slaan de renners linksaf en verlaten ze de snelweg weer. Het wordt nu wat vlakker, het gaat zelfs even naar beneden. Pas na 30 kilometer gaat het weer even omhoog. Een kort pukkeltje, met een korte afdaling, waarna het langzaam omhoog loopt richting de eerste klim van de dag waar punten te verdienen zijn. De renners passeren dorpjes als Illueca en Jarque de Moncayo, waar nog een mooie kasteelruïne staat. Een paar kilometer na Jarque begint de Alto Collada de Oseja. Deze beklimming van de derde categorie is ongeveer acht kilometer lang en maar 4,5% gemiddeld. Niet echt de lastigste klim ooit, veel zwaarder dan 6% wordt het nooit.

De categorie 2-klim op de Alto Collada de Oseja
De categorie 3-klim op de Alto Collada de Oseja

De verradelijke wegen rond Oseja (Foto: Google Streetview)
De verradelijke wegen rond Oseja (Foto: Google Streetview)

Na bijna 54 kilometer koers zijn de renners boven op deze klim. Er volgt een korte afdaling, van amper vijf kilometer. Deze afdaling is nog best technisch, omdat de renners over een smal weggetje af moeten dalen. Omhoog was de weg ook al smal, maar dan is dat minder interessant. In de afdaling wordt het daardoor een beetje lastig, vooral in het begin zitten een paar bochten die niet heel makkelijk lijken. Gelukkig is het niet zo'n lange afdaling, al vrij snel wordt er weer een wat grotere weg bereikt en daar begint het bijna meteen weer omhoog te lopen, richting de volgende klim van de dag. Na 61 kilometer wordt er begonnen aan de Alto de Beratón, een beklimming van de eerste categorie. Dat deze klim er eentje van de eerste categorie is mogen we gerust best apart noemen. De klim is 11 kilometer lang en 4,7% gemiddeld, dat is niet echt heel erg lastig. Enkele beklimmingen in Andorra waren ook van de eerste categorie, maar die waren beduidend zwaarder. Hoe dan ook, de klim naar Beratón begint makkelijk met wat kilometers aan twee procent. Pas na vier kilometer klimmen begint de klim echt. Het wordt steeds een beetje zwaarder, van 4,5% loopt het in een paar kilometer op naar 7%. Na de kilometer aan 7% moet er nog drie kilometer geklommen worden, maar die kilometers zijn makkelijker. Drie kilometer aan 6% tot de top in Beratón. Volgens het officiële profiel is het een stuk zwaarder, volgens andere profielen die je serieuzer mag nemen is het een stukje minder zwaar.

De verradelijke Alto de Beratón (Afbeelding: letour.fr)
De verradelijke Alto de Beratón (Afbeelding: letour.fr)

Met het bereiken van de Alto de Beratón hebben we ook een nieuwe regio bereikt. Aragón laten we snel achter ons voor Castilla y León. Na 72 kilometer zijn we boven in Beratón en gaat er een lange tijd afgedaald worden. In totaal gaat het bijna 50 kilometer naar beneden. Daar zit niet veel daalwerk tussen, het grootste gedeelte van de tijd loopt het zachtjes naar beneden. Er zit ook met enige regelmaat een stuk tussen waar het weer wat omhoog loopt. Net na de top in Beratón gaat het even echt naar beneden, maar dat is maar van korte duur. De renners zitten nu ook op een enorm slechte weg, het is maar goed dat er geen echte afdaling is. Er wordt door een behoorlijk kale omgeving gefietst, dorre Spaanse toestanden. Na 81 kilometer wordt het dorpje Cueva de Ágreda bereikt en tot die tijd hebben de renners eigenlijk nog meer moeten klimmen dan dat er gedaald kon worden. Tien kilometer verder fietsen de renners door Ólvega en zitten we amper 300 meter lager. Dan kan je zelf wel berekenen dat dit niet echt de steilste afdaling ooit is. In de buurt van Ólvega komen we wel weer op een normale, brede weg terecht. Tien kilometer na Ólvega wordt Ágreda gepasseerd en dit dorpje ligt amper 100 meter lager. Deze kilometers zijn gewoon vlak dus. In Ágreda staat een kicken kerkje.

Een 'kicken' kerkje (Foto: WikiCommons)
Een 'kicken' kerkje (Foto: WikiCommons)

Na Ágreda hebben de renners al 100 kilometer gehad en begint het volgens het profiel wat serieuzer te dalen. Valt in de praktijk ook wel mee. Er wordt over een brede weg met amper bochten gefietst, veel gedoe hoeven we dus niet te verwachten. Na 118 kilometer wordt Torrellas gepasseerd en mag er weer wat geklommen worden. In Torrellas zit je op een paar kilometer van Tarazona, maar er wordt nog even een extra rondje gereden in de buurt van Tarazona. In dit rondje zitten nog twee klimmetjes. Het eerste klimmetje, net na Torrellas, is niet echt serieus. Het loopt even een kilometertje omhoog, niet echt spannend. We zitten ondertussen weer in Aragón, het uitstapje in Castilla y León duurde niet echt lang. We zijn nu bijna in de buurt van de tussensprint, die net buiten Vera de Moncayo ligt. Een kilometer buiten Vera de Moncayo ligt een klooster, Monasterio de Santa Maria de Veruela. Dit zou een aantal renners bekend voor moeten komen. Binnen de muren van dit klooster startte vorig jaar de tiende etappe, een tijdrit richting Borja. Deze tijdrit werd gewonnen door Tony Martin.

Direct na de tussensprint begint de laatste klim van de dag, de Alto del Moncayo. Een beklimming van de derde categorie die acht kilometer lang is. Eigenlijk mag deze klim de naam Alto del Moncayo niet dragen. In totaal is deze Alto 24 kilometer lang vanaf het Monasterio. Als je er daar maar acht van meepakt moet je eigenlijk toch nadenken over een andere naam. In ieder geval, die acht kilometer zijn nog wel redelijk lastig. Het begint met een makkelijke kilometer aan 4%, gevolgd door een kilometer die nog makkelijker is. Daarna wordt het wat lastiger, kilometer aan 5,5%, kilometer aan 7%, nog een kilometer aan 6%. Richting de top wordt het weer wat vlakker, van 5% zwakt het af naar 3%. Op de top van de klim is het twee kilometer vlak, maar daarna loopt het nog even twee kilometer vals plat omhoog, procentje of twee. Na die kilometers begint de afdaling richting Tarazona. Bij het onderstaande profiel moet je stoppen met kijken na Agramonte. Daar ligt de top, bij een oud ziekenhuis in de buurt. Sanatorio de Agramonte, waar vroeger vooral mensen met tuberculose werden weggestopt. Tegenwoordig is er niets meer te doen en is het een beetje een spookgebouw geworden.

Een klim van de derde categorie
Een klim van de derde categorie

Een spookgebouw (Foto:WikiCommons)
Een spookgebouw (Foto:WikiCommons)

Na 143 kilometer worden de bergpunten al verdeeld, maar de afdaling begint pas een paar kilometer later. Er wordt een kilometer of 12 gedaald richting Tarazona, maar dit is bepaald geen lastige afdaling. De afdaling kent bijna geen bochten en is ook nooit echt steil. Na 159 kilometer bereiken de renners Santa Cruz de Moncayo en zijn we bijna in Tarazona. De rit had nu al kunnen eindigen, maar iemand vond het nog wel een goed idee om nog een lus rond Tarazona te fietsen. Nog wat totaal overbodige vlakke kilometers en niemand weet waarom. Na 163 kilometer wordt Tarazona voor het eerst gepasseerd en moet er nog een rondje van 14 kilometer worden gefietst. Dit rondje is niet echt spannend, op een paar rotondes na is er niet veel te beleven. Het is grotendeels vlak. De renners mogen weer eens over brede wegen fietsen. Op drie kilometer van de streep is er een korte afdaling, waarna het anderhalve kilometer licht omhoog loopt. Het is niet steil, maar ieder stuk vals plat zal nu al zwaar aanvoelen. In de laatste kilometer wordt het vlak en dat blijft zo tot de finish. In de laatste kilometer zitten ook nog een paar flauwe bochten, maar deze kilometer is verder geen probleem. Weg is wel wat minder breed in de slotkilometers. De renners finishen in een buitenwijk van Tarazona, op het industrieterrein zo'n beetje. Romantische locatie.

De laatste loodjes (Afbeelding: lavuelta.es)
De laatste loodjes (Afbeelding: lavuelta.es)

Tarazona is een dorp met 11.000 inwoners in de provincie Zaragoza, regio Aragón. Het is een mooi dorpje, met enkele fraaie gebouwen. Daar merken we morgen niet veel van, de finish is zo'n beetje bij de lokale Peugeotdealer voor de deur. In Tarazona zijn zo'n beetje alle volkeren die ooit in Spanje hebben geleefd geweest. Romeinen, Visigoten, Arabieren, Joden, Christenen, allemaal ooit hier geweest. Daar merk je allemaal niet zoveel meer van, er zijn eigenlijk alleen nog maar gebouwen uit de middeleeuwen over. Een mooie kathedraal, dat dan weer wel. Verder vooral een centrumpje met allemaal smalle straatjes, waar je prima kan verdwalen. Tarazona beschikt ook over een arena waar er aan stierenvechten kan worden gedaan. Wel een mooi gebouw, hoewel dat hele stierenvechten natuurlijk wel een dubieus gebeuren is. Tarazona heeft niet veel geschiedenis in de Vuelta. Twee jaar geleden was er een rit in dit dorp. De elfde rit was een tijdrit van 38 kilometer en vond plaats in Tarazona. Na een rondje door de omgeving kwamen de renners weer terug naar dit dorp. De tijdrit werd gewonnen door Fabian Cancellara, voor Tony Martin.

Het eindpunt net buiten Tarazona (Foto: WikiCommons)
Het eindpunt net buiten Tarazona (Foto: WikiCommons)

Het is bijna niet te geloven, maar het wordt tijdens deze rit niet warm. Amper 20 graden, best ongekend voor deze tijd van het jaar. Als de renners van start gaan is het zelfs maar 16 graden, dat is eigenlijk best fris. Er is een kleine kans op neerslag, maar het zal verder wel droog blijven. In de buurt van Tarazona schijnt het een beetje te gaan waaien. Die voorspellingen zijn alleen altijd een beetje twijfelachtig, komt in de praktijk vaak niet veel van terecht. Er zit ook redelijk wat klimwerk in deze etappe, dus het is ook maar de vraag hoeveel een beetje wind uit gaat maken. Om 13:13 vertrekken de renners uit Calatayud. Om 16:00 zal de uitzending weer beginnen, dan fietsen de renners zo'n beetje rond Torrellas, op een kilometertje of 60 van de streep. De finish wordt verwacht tussen 17:27 en 17:54.

Dit is een typische overgangsetappe en dat soort etappes zijn vaak een prooi voor vluchters. Dat lijkt me nu niet anders, ik zie niet in wie hier gaat controleren. Best een lastige rit, te lastig voor de meeste sprinters. Een Danny van Poppel heeft hier bijvoorbeeld niet echt iets te zoeken. Degenkolb zou het wel kunnen en hij zal ook gemotiveerd zijn, maar als alleen Giant gaat rijden zal het niet uit gaan draaien op een massasprint. Nee, dit gaat iets voor een kopgroepje worden. Zoveel etappes zijn er ook nog niet geweest voor vroege vluchters. Eigenlijk hebben alleen Lindeman en Landa gewonnen na een vroege vlucht. Beetje karig, daar mag wel een rit voor een vluchter bij. Tijd om vijf behoorlijk willekeurige namen te noemen.
1. Madrazo. Die ene lelijke knul van Caja Rural met de bril. Kan stiekem best een aardig eindje fietsen en heeft dat dit jaar ook al laten zien. Alleen in deze Vuelta nog niet echt, dat is dan weer jammer. Slechts een keer in de aanval geweest, dat is natuurlijk veel te weinig voor een god van Caja Rural. Tijd om daar iets aan te doen, bijna al zijn ploeggenoten hebben meer laten zien. Dat kan Angel natuurlijk niet zomaar laten gebeuren. Klimt vrij behoorlijk en is in een klein groepje ook nog eens snel. Als Caja Rural deze rit niet wint weet ik het ook niet meer.
2. Hansen. Bezig aan zijn 800e grote ronde op een rij en tot nu toe nog niet echt heel erg opvallend. Wel een paar keer in beeld gezien, maar van Adam verwacht je toch meer. Keertje in een grote kopgroep en daar dan flink losgaan, dat werk. Kan tijdens deze rit zomaar.
3. Zoidl. Te lang bij Zubeldia in de ploeg rijden is niet goed voor je, Riccardo is praktisch onzichtbaar. Dat is natuurlijk niet helemaal de bedoeling, onzichtbare renners heeft Trek al genoeg. Zoidl mag wel een keer zichtbaar worden.
4. Roosen. Timo is bezig aan een sterke Vuelta. In zijn eerste grote ronde in zijn eerste jaar als prof heeft hij al wel wat leuke dingen laten zien. In beeld gereden, dat is al heel wat. Misschien dat hij tijdens deze rit nog een keer in beeld kan rijden. Een keertje meegaan in de vroege vlucht is geen slecht idee. Alleen maar goed voor de ontwikkeling.
5. Thomson. Een of andere Zuid-Afrikaan van MTN-Qhubeka. Sowieso dat er een jongen van die ploeg in de vroege vlucht zit. Thomson is een van die jongens die ik tot nu toe nog niet echt heb gezien, terwijl het wel een sterke renner is. Mag wel eens wat laten zien.