Ex-dictator Haïti 'Baby Doc' overleden

De voormalige dictator van Haïti, Jean-Claude 'Baby Doc' Duvalier, is zaterdag overleden. De 63-jarige Duvalier bezweek aan een hartaanval, zei zijn advocaat Reynold Georges.

Baby Doc, die vijftien jaar de lakens uitdeelde in Haïti, keerde enkele jaren geleden onverwacht terug naar zijn land, na 25 jaar van ballingschap in Frankrijk. Kort na zijn terugkeer werd hij in staat van beschuldiging gesteld. Hij zou uit de staatskas hebben gestolen en de mensenrechten hebben geschonden. Zijn laatste jaren bracht Duvalier uiteindelijk door in zijn woning in de lommerrijke heuvels buiten de hoofdstad Port-au-Prince.

Duvalier was de zoon van François 'Papa Doc' Duvalier, een arts die dictator werd en het 'noirisme' uitdroeg, een beweging die nadrukkelijk verwees naar de Afrikaanse wortels van Haïti. Hij wist daarmee de zwarte meerderheid te verenigen tegen de elite door verdeeldheid te zaaien tussen sociale klasse en huidskleur.

De regimes van vader en zoon martelden en vermoordden politieke opponenten en hielden de bevolking in het gareel met een beruchte militie die bekendstond als de Tonton Macoutes.

Vader Duvalier overleed in 1971 na een ziekbed. Zijn zoon had hij benoemd tot opvolger. Met 19 jaar was Jean-Claude Duvalier de jongste president ter wereld.

Uiteindelijk regeerde Baby Doc vijftien jaar. Zijn bewind werd als minder gewelddadig en repressief gezien dan dat van zijn vader. Onder internationale druk kwam het sporadisch tot een zweem van persvrijheid en persoonlijke kritiek. Toch wisten mensenrechtengroepen tal van misstanden in kaart te brengen. Een drietal gevangenissen, bekend als de 'Driehoek van de Dood', werd een symbool van de wreedheden van het regime.

Baby Doc huwde de dochter van een rijke koffiemakelaar, Michèle Bennett, wat een schandaal ontketende, omdat zijn eega een mulattin was. Daarmee ging Duvalier in tegen de noirisme-beweging van zijn vader.

Onder Duvaliers bewind onderging Haïti een reeks demografische veranderingen. Boeren verhuisden naar de hoofdstad, op zoek naar werk in de vele fabrieken die als paddestoelen uit de grond schoten. Duizenden hoogopgeleiden ondertussen namen de wijk naar het buitenland.

Corruptie en mensenrechtenschendingen zouden de regeerperiode van Duvalier uiteindelijk tekenen. Het nationaal paleis werd berucht om de peperdure feesten die er gehouden werden, terwijl Michèle kapitalen stuksloeg in luxe winkels in het buitenland. Duvalier zelf maakte er geen geheim van vaartochtjes te ondernemen in het presidentiële jacht en rond te rijden in dure sportwagens.

Onder druk van de Amerikaanse regering van president Jimmy Carter liet Duvalier politieke gevangenen vrij, maar veel journalisten en activisten bleven vastzitten of werden verbannen. Haïtianen zonder visa of geld waagden in gammele bootjes de oversteek over zee naar Florida.

Human Rights Watch schat dat onder het regime van de twee Duvaliers zo'n dertigduizend Haïtianen zijn omgekomen, van wie velen door executie.

In 1983 bracht toenmalig paus Johannes Paulus II een bezoek aan Haïti. Na de slechte leefomstandigheden te hebben aanschouwd zei hij dat 'dingen moeten veranderen'.

Dat gebeurde, drie jaar later. Een volksopstand kreeg Haïti in zijn greep en Duvalier stapte met zijn echtgenote aan boord van een Amerikaans legervliegtuig om uit te wijken naar Frankrijk. Het echtpaar zou in 1993 scheiden.

In ballingschap in Frankrijk hield Duvalier zich vooral op de vlakte. Een enkele keer liet hij zich ontvallen terug te willen keren naar Haïti. Zijn aanhangers hielden nu en dan een protestmars voor hem in de hoofdstad Port-au-Prince.

In 2011 keerde Baby Doc toch plots terug. Hij zei te willen helpen bij de wederopbouw van zijn land, dat een jaar eerder catastrofaal getroffen was door een aardbeving. Velen verdachten hem er echter van terug te zijn gekeerd om het geld op te eisen dat hij zou hebben weggestopt. Anderen dachten slechts dat Duvalier in zijn vaderland wilde overlijden.

Meer dan twintig slachtoffers van zijn bewind grepen de gelegenheid aan om aanklachten tegen Duvalier in te dienen. HRW presenteerde een rapport waarin het zei dat Duvalier wellicht niet zelf deelnam aan martelpraktijken en moorden onder zijn bewind, maar dat er toch genoeg bewijsmateriaal was om hem te vervolgen.

Ondanks een incidenteel verblijf in het ziekenhuis leek Duvalier van het leven in Haïti te genieten. Hij was vrij om te gaan en staan in de hoofdstad waar hij wilde. Hij woonde ceremonies van de regering bij, dineerde met vrienden in dure restaurants en begon in 2013 aan de renovatie van zijn woning.

De pogingen om hem te vervolgen werden ondertussen zonder al te veel succes voortgezet. In 2014 oordeelde een rechter uiteindelijk dat Duvalier vervolgd kon worden voor misdaden tegen de menselijkheid. Tot een proces kwam het echter nooit.