'Vertrekpremies publieke sector nog altijd te hoog'
De gouden handdrukken die bestuurders en managers in de publieke sector meekrijgen bij hun vertrek, liggen nog altijd te hoog. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant. De vertrekpremies hebben de publieke sector vorig jaar miljoenen euro's gekost.
De krant zag 119 jaarverslagen over 2013 in van instellingen die met publiek geld werken. Volgens de Wet normering topinkomens die vorig jaar inging, mogen bestuurders en managers niet meer meekrijgen dan 75 duizend euro. Volgens de krant kregen veel bestuurders echter veel meer geld mee.
Zo was de Rotterdamse woningstichting Woonbron vorig jaar ruim 3 miljoen euro kwijt aan vertrekpremies voor elf hoge functionarissen die door een reorganisatie moesten vertrekken. Ook Vestia moest diep in de buidel tasten. Het vertrek van vier directeuren en een coördinator kostte de corporatie bijna 1,7 miljoen euro.
De Amsterdamse woningcorporatie Rochdale was vorig jaar 4,5 miljoen euro kwijt was aan zo'n 65 boventallig geworden functionarissen. Ymere en Portaal keerden meer dan een half miljoen euro uit.
Maar niet alleen corporaties keerden te hoge vertrekpremies uit. Bij financieel dienstverlener Achmea vertrokken vorig jaar 34 mensen, met gemiddeld bijna 2,5 ton en Luchtverkeersleiding Nederland was ruim zes ton kwijt aan drie ontslagen medewerkers. Verder kreeg een beleidsadviseur van de VU in Amsterdam een vertrekpremie van 338 duizend euro en de directeur van de Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming moest het doen met 3,5?ton. Een manager van de Isala Klinieken in Zwolle kreeg een gouden handdruk van 340 duizend euro.