'Wij hebben geen fraude gepleegd met paardenvlees'

Het in opspraak geraakte slachthuis Van Hattem Vlees in Dodewaard heeft geen fraude gepleegd met paardenvlees. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft directeur Ben van Hattem en zijn werknemers bovendien onterecht als criminelen weggezet, zegt hij maandag in een interview met Omroep Gelderland. "Hierdoor is mijn levenswerk om zeep geholpen."

Van Hattem Vlees moest eerder dit jaar al het vlees dat de afgelopen twee jaar is geproduceerd terughalen, nadat het bedrijf in verband werd gebracht met gesjoemel met paardenvlees. Uiteindelijk ging het om 28 miljoen kilo vlees, waarvan een groot deel overigens al was geconsumeerd.

Controleurs hadden paarden-dna ontdekt in partijen rundvlees afkomstig van Van Hattems bedrijf. Maar dat is niet zo gek, vertelt hij aan de regionale omroep. "Wij verwerkten paard en rund op dezelfde lijn en dan kan je bijna niet voorkomen dat er paarden-dna wordt gevonden. Het is hetzelfde als dat er op een etiket gewaarschuwd wordt dat er pinda's zijn verwerkt in dezelfde fabriek. We hebben ook paardensnippers bij rundersnippers gevoegd, maar dit hebben we wel gewoon op het etiket gezet. Wij hebben niet gefraudeerd."

Van Hattem stelt dat de NVWA boter op het hoofd heeft. De voedselwaakhond trok in februari de vergunning in omdat Van Hattems systeem waarmee vlees getraceerd kan worden niet aan de eisen voldeed. "Wij staan zoals elke slachterij onder toezicht van de NVWA en wij hebben niet eerder kritiek gekregen op ons traceringssysteem. De herkomst is wel duidelijk. Wij kunnen de informatie van elke dag, elk uur en elke leverancier terugvinden", zegt de ondernemer.

Hij hekelt dan ook de constatering dat de herkomst van tientallen paarden niet was te achterhalen. Deze onduidelijkheid was met het oog op voedselveiligheid onacceptabel, oordeelde de inspecteurs. "Er zijn de hele dag drie controleurs en keurders aanwezig. Ik betaal de NVWA zeshonderdduizend euro per jaar voor alle controles. De NVWA weet waar de dieren vandaan zijn gekomen en dat het vlees goed is. De paarden die zijn afgekeurd, zijn onder toeziend oog van NVWA in de destructiecontainer beland", aldus Van Hattem, die langzaamaan zijn bedrijf weer opbouwt.

De NVWA heeft de schorsing van de vleesverwerker onder voorwaarden opgeheven. Het bedrijf blijft onder verscherpt toezicht staan. Bij de slacht moeten continu een dierenarts en een inspecteur van de NVWA aanwezig zijn. Daarnaast zijn er regelmatig onaangekondigde inspecties om te kijken of de slachterij zich wel aan alle regels houdt.

Een woordvoerder van de NVWA wil niet op de kritiek ingaan, omdat het onderzoek nog loopt. Hij verwijst naar een interview dat plaatsvervangend inspecteur-generaal Freek van Zoeren in maart gaf aan het vakblad Boerderij.

Daarin zegt Van Zoeren dat de vleesverwerker niet goed kan verklaren hoeveel dieren naar de destructie zijn gegaan. "Verder hebben wij hebben sterke verdenkingen dat een deel van het paardenvlees gewoon is verkocht als rundvlees, onder meer naar Frankrijk. Over de administratie hebben wij in ieder geval veel vragen", aldus de hoofdinspecteur in Boerderij. "Er gingen paarden, geiten, schapen en runderen het bedrijf in. In de administratie staat het allemaal aangemerkt als rund. Vervolgens ging het vlees naar diersoort gespecificeerd naar buiten."