Oppositieleider Bangladesh krijgt doodstraf

Een leider van de islamitische politieke partij Jamaat-e-Islami in Bangladesh, Abdul Quader Mollah, is dinsdag door het hooggerechtshof veroordeeld tot de doodstraf. Hij werd schuldig bevonden aan oorlogsmisdaden, begaan tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in 1971. Mollah gelastte volgens de rechters de dood van een familie.

In februari kreeg Mollah door een lagere rechtbank nog levenslang opgelegd. Zowel Mollah als justitie ging in beroep tegen die uitspraak, waar ook onder de bevolking veel verzet tegen was. Betogers gingen de straat op, omdat ze de straf te laag vonden. Mollah en zijn aanhang spraken daarentegen van een politiek gemotiveerde uitspraak.

Tegen de uitspraak van het hoogggerechtshof kan geen beroep worden aangetekend. Mollah kan nog wel de president van Bangladesh om gratie vragen.

Enkele uren na de uitspraak liet Jamaat-e-Islami weten woensdag met een 48-uursstaking te beginnen. Volgens Bengalese media staken jeugdige aanhangers van de partij in de zuidoostelijke stad Chittagong een politieauto in brand. Voor zover bekend vielen er geen gewonden.

De oorlog waarin Bangladesh zich in 1971 afscheidde van Pakistan eiste drie miljoen levens. Tweehonderdduizend vrouwen werden verkracht en miljoenen mensen moesten vluchten naar India.