Eigenaar ingestorte kledingfabriek schuldig

De eigenaar van de kledingfabriek die op 24 april in Dhaka (Bangladesh) instortte, is schuldig aan de ramp. Dat heeft een staatscommissie die onderzoek naar het gebeurde deed, geconcludeerd. Er vielen 1127 doden bij de ramp.

"Hij, Sohel Rana, is de voornaamste schuldige. Door hem vielen er 1127 doden", aldus commissievoorzitter Main Uddin Khandaker woensdag. "Hij heeft bouwregels genegeerd bij de constructie van het pand en werd slachtoffer van zijn eigen zonde."

Het gebouw, Rana Plaza, was acht verdiepingen hoog. Er waren al voordat het in elkaar stortte scheuren in de muren te zien. Dat veroorzaakte paniek bij de werknemers. Het management overtuigde hen er echter van weer aan het werk te gaan.

Volgens de onderzoekers werden de scheuren en het instorten veroorzaakt door de trillingen van vier grote generatoren in het complex. Die hadden er volgens de regels niet mogen zijn.

De vibraties van de generatoren werden nog versterkt door de trillingen van de duizenden naaimachines in het pand.

De reddingsoperatie duurde negentien dagen. Meer dan 2400 mensen overleefden de catastrophe.

Honderden kledingfabrieken in Bangladesh zijn na het ongeluk gesloten. De sluiting geldt voor onbepaalde tijd. Werknemers zijn doodsbang na het ongeluk in Dhaka.

"We hebben dit besluit genomen om de veiligheid in onze fabrieken te waarborgen", aldus Shadidullah Azim, tweede man van de organisatie van kledingfabrikanten in Bangladesh.