Bijna 380 apen passeerden Schiphol in 2011

Luchthaven Schiphol zag vorig jaar 377 apen passeren in negen transporten. In acht gevallen betrof het doorvoerzendingen. De meest voorkomende soorten waren de roodhandtamarin, de kapucijnersaap en de eekhoornaap. Dat schrijft staatssecretaris van Economische Zaken Henk Bleker woensdag in antwoord op Kamervragen van de Partij voor de Dieren.

Het betreft meestal zendingen vanuit Zuid-Amerika naar Azië. Alleen erkende instellingen als dierentuinen mogen apen op transport stellen. Er moet verklaard worden dat de dieren in gevangenschap zijn geboren of minimaal zes maanden niet meer in het wild leven.

PvdD-Kamerlid Esther Ouwehand had vragen gesteld over dertien apen die in juni dood werden aangetroffen op Schiphol. Ze maakten deel uit van een transport van 39 roodhandtamarins dat van Guyana op weg was naar Thailand en in Nederland een tussenstop maakte. Het was het tweede transport van dit jaar.

Drie ernstig verzwakte dieren kregen alsnog een spuitje in een dierenhotel op Schiphol en de 23 overgebleven apen zijn weer op een vliegtuig naar een Thaise dierentuin gezet. Ze hebben Thailand in goede conditie bereikt, schrijft Bleker.

De dode dieren hadden geen infectieziekte, bleek eerder al uit onderzoek. Mogelijk stierven ze als gevolg van transportstress of veranderingen in temperatuur of omgeving.

De doodsoorzaak wordt onderzocht door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit. De omstandigheden waaronder de apen zijn vervoerd, maken deel uit van dat onderzoek. "Zolang het onderzoek nog niet is afgerond wil ik voorts niet speculeren over de noodzaak van nadere maatregelen", sluit Bleker zijn brief af.