Iraanse oppositie zweert door te gaan met strijd
De Iraanse oppositieleider Mir Hossein Mousavi heeft zaterdag gezworen door te gaan met de strijd tegen de regering, ondanks het afgelasten van een massale demonstratie tegen de betwiste presidentsverkiezingen, precies een jaar geleden. De ingetogen toon van Mousavi liet echter zien dat de oppositie besluiteloos is en machteloos staat tegenover de onderdrukking van de regering.
Mousavi en Mahdi Karroubi, een andere belangrijke leider van de oppositie, hebben de grote demonstratie zaterdag afgelast, omdat ze vreesden voor de levens van de demonstranten en nieuw geweld. Volgens de oppositie zijn tot nu toe ten minste tachtig demonstranten om het leven gekomen in gevechten tussen veiligheidstroepen en de demonstranten. De autoriteiten zeggen echter dat het gaat om dertig slachtoffers.
De spanning in de straten in het centrum van Teheran was zaterdag om te snijden. Honderden agenten waren ingezet om kruispunten te bewaken, maar er waren geen tekenen van ordeverstoringen of grote groepen mensen. De regering, die had gewaarschuwd dat streng zou worden opgetreden tegen illegale samenscholingen, zei dat de extra inzet van agenten normaal was.
Mousavi zei zaterdag in een verklaring dat hoewel de oppositie 'in één arena niet meer aanwezig is', ze op andere manieren zal volharden in de strijd, een duidelijk teken dat de oppositie op zoek is naar nieuwe manieren om strijd te leveren met de regering. "We moeten bewustwording verspreiden, dat is waar ze (de regering, red.) bang voor zijn", zei Mousavi. "Dit is hun zwakke punt. Als we bewustwording kunnen verspreiden, zal er een enorme volksmacht achter onze eis voor verandering staan."
Hij riep Iraniërs op films, foto's, videoclips en beelden van mobiele telefoons over de situatie in het land te verspreiden. "We moeten sociale netwerken en websites uitbreiden, dat zijn onze beste middelen. Dit werkt als een leger. Dit is ons leger tegen hun strijdkrachten."
Het terugkrabbelen van Mousavi en Karroubi wordt waarschijnlijk geïnterpreteerd als een overwinning voor de regering en haar belangrijkste beschermers, de Revolutionaire Garde en de paramilitaire basij-milities. Toch kende het afgelopen jaar een aantal belangrijke veranderingen. Een jaar geleden was het ondenkbaar dat er leuzen tegen de hoogste religieuze leider in het land, Ayatollah Ali Khamenei, zouden worden gescandeerd. De leuzen zijn inmiddels gewoon geworden en hebben gaten geslagen in de politieke muur, die ooit de theocratie van de bevolking scheidde.
