Twee keer levenslang voor genocide Srebrenica

Het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag heeft donderdag de Bosnisch-Servische legerofficieren Vujadin Popovic and Ljubisa Beara ieder tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Beiden werden wegens hun aandeel in de massamoord op achtduizend Bosnische moslims in 1995 bij Srebrenica schuldig bevonden aan genocide.

Een derde officier, Drago Nikolic, kreeg wegens medeplichtigheid aan volkenmoord een straf van 35 jaar opgelegd. Vier andere verdachten werden veroordeeld tot straffen variërend van vier tot negentien jaar. Popovic, Beara en Nikolic stonden alle drie onder commando van generaal Ratko Mladic, die vijftien jaar nadat hij werd aangeklaagd nog steeds voortvluchtig is. Het is nog onduidelijk of zij in beroep gaan.

Het donderdag afgesloten proces was het grootste dat nog toe voor het Joegoslaviëtribunaal werd gevoerd. Het vonnis kan indirect gevolgen hebben voor het proces van de voormalige Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic, die in verband met Srebrenica eveneens is aangeklaagd wegens volkenmoord.

Het tribunaal oordeelde dat Popovic de executie van gevangenen in een schoolgebouw in Orahovac organiseerde en er bij toe had gekeken. "Hij wist dat het niet de bedoeling was om alleen degenen die in handen van de Bosnisch-Servische strijdkrachten waren gevallen te vermoorden, maar om er zoveel mogelijk te vermoorden", aldus het vonnis. Zijn 'robuuste deelname' toonde aan dat hij de intentie om de moslimgemeenschap te vernietigen deelde -het belangrijkste criterium voor een veroordeling wegens volkenmoord.

Popovic schudde zijn hoofd toen het vonnis werd voorgelezen.

Beara coördineerde de moord op gevangen moslims en regelde dat zij in massagraven werden gelegd. Hij had persoonlijk zicht op 'het onthutsende aantal' slachtoffers dat voor executie was aangemerkt. Ook hij 'zon op het vernietigen van een groep door alle leden daarvan die binnen zijn bereik waren te vermoorden', oordeelde het tribunaal.

Het tribunaal veroordeelde maar een keer eerder een verdachte wegens genocide, generaal Radislav Kristic in 2001. Diens veroordeling werd echter in hoger beroep gereduceerd tot medeplichtigheid aan genocide.