'Grote fouten bij opsporing Milly Boele'

Bij de zoektocht naar het vermoorde 12-jarige meisje Milly Boele zijn grote fouten gemaakt. Dat zeggen deskundigen vandaag in het AD en De Telegraaf.

De politie had meteen met een speurhond bij buurtbewoners langs moeten gaan, zeggen oud-rechercheur Dick Gosewehr en politiepsycholoog Harrie Timmerman in De Telegraaf. Boele had vlak voor haar verdwijning haar moeder aan de telefoon. Ze hing op om open te doen voor 'een buurman'.

De politie had volgens de deskundigen meteen bij buurtbewoners moeten aanbellen en tuinen moeten doorzoeken met speurhonden. Als iemand had geweigerd, was dat volgens hen des te meer reden geweest om daar extra onderzoek te doen.

Justitie zegt in het AD dat de inzet van speurhonden 'één van de scenario's' was die klaarstonden voor als andere methoden tot niets zouden leiden. Ook zouden er veel aanwijzingen zijn dat de ontvoerder niet uit de buurt kwam. Rechtspsycholoog Jasper van der Kamp zegt in de krant echter dat de betrokkenheid van een buurman prioriteit had moeten krijgen.

De politie heeft volgens hem te zorgvuldig willen werken, terwijl haast nodig was. Boele werd dinsdagavond gevonden. Ze was in Dordrecht begraven in de tuin van de 26-jarige agent Sander V., twee huizen naast haar ouderlijke woning.