Jaaroverzicht 2008: Olympische Spelen

Het sportjaar 2008 loopt weer ten einde. Daarom geeft FOK!sport een terugblik op de gebeurtenissen van dit jaar. Wie presteerden er goed en wie vielen er tegen. Iedere dag zullen er tot het einde van het jaar een of meerdere overzichten verschijnen. Vandaag is het de beurt aan de Olympische Spelen in Peking.

Algemeen
Voorafgaand aan de Olympische Spelen waren er veel controverses. China zou het niet zou nauw nemen met de mensenrechten en de omgang met Nepal, een land wat door China bezet wordt. Dit was te merken bij de fakkeltocht over de wereld, toen er veel protesten waren. De openingsceremonie op 08-08-08 was zeer indrukwekkend. Het olympisch vuur werd ontstoken door voormalig olympisch kampioen turnen Li Ning.

Het brons
Alle bronzen medailles won Nederland in het judotoernooi. Ruben Houkes won de medaille in de klasse tot 60 kg. Hij verliest in de halve finale van de Koreaan Min-Ho Choi maar klopte in de strijd om brons de Israëliër Gal Yekutiel. Elisabeth Willeboordse knokte zich terug via de herkansingen en versloeg in de strijd om het brons de Cubaanse Drilius Gonzalaz.

Edith Bosch verloor in de halve finale van haar eeuwige rivale, de Japanse Massae Ueno. Na een overwinning op de Spaanse Leire Inglesias mocht ze toch nog een bronzen medaille in ontvangst nemen. Henk Grol was bezig aan een sterk toernooi tot het in de halve finale mis ging. Tegen Askhat Zhitkeyev stond hij op voorsprong, totdat een poging zijn tegenstander op zijn rug te leggen werd overgenomen en hij zelf op zijn rug belandde. Hij verloor met een ippon maar wist zich toch nog te herpakken. Hij won brons door het verslaan van de Georgiër Levan Zhorzholiani.

De teleurstellingen
Niet voor alle Nederlanders verliepen de spelen succesvol. De mannen hockeyers gaven in de halve finale vlak voor tijd een 1-0 voorsprong tegen Duitsland uit handen. In de strafballenserie werd daarna verloren. In de strijd om brons blameerde het zich tegen Australië. Die wedstrijd werd met maar liefst 6-2 verloren. Honkbal stond voor het laatst op het olympisch programma dus ook de laatste kans voor Nederland om zich hierin te bewijzen. Het slaagde daar niet in. Van de zeven wedstrijd werd alleen tegen China gewonnen. Ook de vrouwelijke softbalsters wonnen slechts één wedstrijd, tegen Chinees Taipei.

De roeiers van de vier zonder stuurman werden gezien als de grote kanshebbers op een medaille en misschien zelfs goud, maar ze werden, ook tot hun eigen verrassing, al in de halve finale uitgeschakeld. Later werd wier in het water als mogelijke oorzaak genoemd. Ook het voetbaltoernooi verliep moeizaam. Ondanks slecht spel werd de groepsfase overleefd en speelde het in de kwartfinale de beste wedstrijd van het toernooi. Desondanks was daarin Argentinië met 1-2 te sterk.

De grootste teleurstelling was waarschijnlijk Theo Bos. De baansprinter grossierde de afgelopen jaren in wereldtitels, maar in Peking ging alles mis. Door een matig optreden werd er in de teamsprint naast een medaille gegrepen en op de keirin ging Bos onderuit nadat hij een vallende tegenstander niet meer kon ontwijken. Op de sprint kwam Bos tenslotte niet verder dan de kwartfinales.

Het zilver
Behalve de vier bronzen medailles won Nederland in het judotoernooi ook een zilveren plak. Deborah Gravenstijn won in de halve finale van de Chinese Yan Xu, maar verloor de finale van de Italiaanse Giulia Quintavalle. In de dressuur won Nederland bijna traditiegetrouw het zilver in de landenwedstrijd. Duitsland was zoals gewoonlijk te sterk.

In het roeien won de vrouwen acht enigszins onverwacht zilver. Wereldkampioen Amerika was veel te sterk, maar Nederland klopte wel drievoudig olympisch kampioen Roemenië.

In het zeilen won Nederland twee zilveren medailles. Lobke Berkhout en Marcelien de Koning werden tweede in de 470-klasse. In de Yngling klasse was er een zilveren plak voor het trio Annemieke Bes, Merel Witteveen en Mandy Mulder.

Internationaal
Twee sporters waren de uitblinkers tijdens de spelen. Zwemmer Michael Phelps won achtmaal goud en verbeterde zo record van Mark Spitz. Die won in 1972 in München zeven gouden medailles. Phelps werd tevens de succesvolste olympier ooit. In Athene vier jaar geleden won hij al zes keer goud, wat zijn totaal op 14 brengt. Hij ging hiermee turnster Larissa Latynina, sprinter-verspringer Carl Lewis, hardloper Paavo Nurmi en zwemmer Mark Spitz voorbij, die allen op negen keer goud staan.

De Jamaicaan Usain Bolt was de uitblinker in het atletiektoernooi. Hij won de 100 meter in een wereldrecord van 9,69 en een paar dagen later won hij ook de 200 meter in een WR. Zijn tijd van 19,30 betekende een verbetering van het twaalf jaar oude record van Michael Johnson. Zijn derde gouden medaille won hij samen met zijn teamgenoten op de 4x100 meter. De winnende tijd van 37,10 betekende wederom een wereldrecord.

De Amerikanen lieten zien dat zij hét basketballand in de wereld zijn. Een team vol met NBA-sterren won het goud, al was de finale tegen Spanje nog erg spannend.

Het goud
Nederland won in Peking zeven gouden medailles, alleen in 2000 in Sydney werd er meer goud opgehaald, destijds twaalf stuks. De eerste gouden medaille werd al op de tweede dag gewonnen, namelijk op de 4x100 meter vrije slag voor vrouwen. Inge Dekker, Femke Heemskerk, Ranomi Kromowidjojo en Marleen Veldhuis lieten de Verenigde Staten en Australië achter zich. Een andere gouden medaille die bij het zwemmen gehaald werd gebeurde bij de mannen op de tien kilometer open water. Maarten van der Weijden won zeer verrassend.

Voor wielrenster Marianne Vos begonnen de spelen slecht, ze slaagde er bij de wegwedstrijden niet in een medaille te winnen. Op het moment dat iedereen haar al afschreef kwam ze terug en won het goud op de puntenkoers. Roeisters Marit van Eupen Kirsten van de Kolk maakten hun favorietenrol waar en wonnen goud in de dubbel twee. Hetzelfde deed Anky van Grunsven in de dressuur.

De hockeyvrouwen waren het gehele toernooi oppermachtig en beloonden dat met een gouden plak. In de finale werd gastland China met 2-0 verslagen. De meest verrassende gouden medaille was voor de waterpolosters. Begonnen als outsider werd in de kwartfinale na strafworpen gewonnen van regerend olympisch kampioen Italië. Vervolgens werd in de halve finale waterpologrootmacht Hongarije geklopt waarna in de finale met 9-8 werd gewonnen van de Verenigde Staten. In de finale was Danielle de Bruin uitblinkster, ze scoorde zeven van de negen doelpunten