Werk aan het spoor veiliger geworden

De veiligheid van mensen die aan het spoor werken is verbeterd. Vooral de kans aangereden te worden door een trein is verminderd. In 2002 werd nog veertig procent van de werkzaamheden stilgelegd omdat de situatie erg gevaarlijk was. Tussen oktober en mei was dat percentage gedaald tot minder dan vijf procent. Dat hebben de Arbeidsinspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) geconstateerd.

Volgens de inspecteurs is het beroep van baanwerker een van de gevaarlijkste van Nederland. De kans op een dodelijk ongeval is drie keer zo groot als in de bouw. Vooral als gewerkt wordt terwijl treinen blijven rijden, kunnen dodelijke ongevallen gebeuren. ProRail laat daarom nu vaker 's nachts werken als er geen of minder treinen rijden. De inspecteurs stellen dat dit helpt, maar dat sommige aannemers hun personeel meer dan 140 nachtdiensten per jaar inroosteren of ze onvoldoende rust gunnen. De Arbeidsinpsectie zegt daartegen te zijn opgetreden.

Het werk zou nog veiliger kunnen als spoorlijnen anders worden ontworpen, bijvoorbeeld door hekken tussen sporen te zetten, denken de inspecteurs. Ook zouden seinkasten op veilige afstand van het spoor kunnen worden gezet. Eerder dit jaar werd bekend dat vorig jaar één baanwerker zwaargewond raakte bij een botsing en één lichtgewond.

Hoewel de veiligheid is verbeterd, is het slecht gesteld met de arbeidsomstandigheden, stellen de inspectie en de IVW. Zo tillen baanwerkers te zwaar en werken ze zonder adembescherming als ze zagen. Bij het zagen van tegels, banden of ballast komt kankerverwekkende kwartsstof vrij. De inspecteurs bekeken 240 locaties waar aan het spoor werd gewerkt.