HRW: dienstmeisjes in Saudi-Arabië halve slaven

Buitenlandse dienstmeisjes in Saudi-Arabië worden over het algemeen zo slecht behandeld dat je soms van slavernij kunt spreken. Dat zegt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) in een dinsdag uitgebracht rapport. Daarin wordt de Saudische overheid aangespoord dienstmeisjes dezelfde arbeidsrechten toe te kennen als gelden voor andere werknemers.

Het merendeel van de dienstmeisjes is afkomstig uit Aziatische landen, met name Indonesië, Sri Lanka, de Filipijnen en Nepal. Hun belangrijkste klacht is dat ze te lang moeten werken en vaak maanden, maar soms ook jaren, geen loon krijgen uitbetaald. Veel dienstmeisjes moeten achttien uur per dag werken, alle zeven dagen van de week. Omdat zij niet onder de arbeidswet vallen kunnen zij geen recht doen gelden op een vrije dag of betaling van overwerk.

Van 86 dienstmeisjes die HRW interviewde bleken er 36 in een situatie van dwangarbeid, mensenhandel of slavernij te verkeren. "Werkgevers pakken hun personeel vaak hun paspoort af en sluiten hen in huis op, waardoor hun isolement en het risico op geestelijke, lichamelijke en seksuele mishandeling worden vergroot", aldus het rapport, getiteld 'Alsof ik geen mens ben: mishandeling van Aziatische dienstmeisjes in Saudi-Arabië'.

Het Saudische Genootschap voor Mensenrechten noemde het rapport 'oneerlijk en eenzijdig'. "Ik zou willen dat mensenrechtengroepen bij het opstellen van hun rapporten naar beide partijen luisteren", zei woordvoerster Suhaila Hammad. "De misdaden die de (migrant)arbeiders jegens ons begaan worden nooit genoemd."

Volgens Hammad is een recente stijging van het misdaadcijfer te wijten aan de buitenlandse werknemers. Behalve naar schatting anderhalf miljoen dienstmeisjes werken er 5,6 miljoen buitenlandse arbeiders in de (olie)industrie en de techniek. "Ze smokkelen drugs, ze bouwen hun appartementen om tot drankstokerijen, ze bedrijven prostitutie, ze stelen en soms plegen ze moorden", zei Hammad. "Het is waar dat sommige dienstmeisjes het slecht hebben, maar wij als samenleving hebben ook te lijden van hen."

Sommige migrant-arbeidsters in Saudi-Arabië treffen het met goede arbeidsomstandigheden en vriendelijke werkgevers, zei Nisha Varia, onderzoekster van de divisie vrouwenrechten van HRW. In het slechtste geval is er sprake van slavernij. De meeste dienstmeisjes zitten daar ergens tussen.

Hoeveel dienstmeisjes worden mishandeld is niet bekend, maar zeker is dat het Saudische ministerie van sociale zaken en de ambassades van de landen die huispersoneel leveren elk jaar duizenden dienstmeisjes op hun dak krijgen die klachten hebben over hun werkgever of degene die hen heeft geronseld. Het Saudische ministerie runt in samenwerking met de politie een opvangcentrum in Riyad om dienstmeisjes te helpen hun achterstallig loon op te eisen en naar hun land terug te keren. Volgens HRW dwingen de medewerkers de meisjes echter maar al te vaak om van het loon af te zien in ruil voor instemming van de werkgever met hun vertrek.

Dat betekent dat slechte werknemers zelden worden gestraft. Als voorbeeld noemt HRW het geval van Nour Miyati, een Indonesisch dienstmeisje bij wie vingers en tenen moesten worden afgezet als gevolg van ondervoeding en dagelijkse afranselingen. Na drie jaar procederen liet een rechtbank in Riyad de aanklacht tegen de werkgever vallen, hoewel die had bekend, er bewijs te over was en de zaak grote publieke belangstelling wekte.

Het gebeurt ook vaak dat dienstmeisjes die een klacht indienen tegen hun werkgever, zelf worden beschuldigd en bestraft voor 'overspel', 'diefstal' of zelfs 'hekserij'.

Volgens onderzoekster Varia heeft de Saudische regering een aantal goede ideeën, maar wordt daar tot nog toe vooral over gepraat. "Het is nu tijd om die veranderingen door te voeren." HRW raadt Saudi-Arabië aan de landen die huishoudelijk personeel leveren te betrekken bij de pogingen de arbeids- en rechtspositie van dienstmeisjes te verbeteren.