Geen exportverbod gifafval naar Derde Wereld

Er komt geen internationaal verbod op de export van giftig afval uit rijke landen naar de Derde Wereld. Op een bijeenkomst op het Indonesische eiland Bali gewijd aan het Verdrag van Basel, dat het grensoverschrijdend vervoer van giftig afval regelt, konden de aanwezige landen het niet eens worden.

Pleitbezorgers van een wereldwijd verbod waren vooral de Afrikaanse landen, die met een groot deel van het gevaarlijke afval worden opgescheept, en de Europese Unie, die zelf al wel een exportverbod kent. Tegenstanders waren de Verenigde Staten, Japan, Canada en India. Zij gaven als argument dat een exportverbod de dood kan betekenen voor de recyclingindustrie in de Derde Wereld, die door de stijgende metaalprijzen goede tijden beleeft.

Een lid van de Nigeriaanse delegatie, O.O. Dada, zei 'geshockeerd' en 'verbaasd' te zijn dat er geen verbod tot stand is gekomen. De Afrikaanse landen zullen nu waarschijnlijk gaan proberen onderling afspraken te maken over de import van gevaarlijk afval, zei hij. "We zullen moeten terugvallen op een plan om onszelf te beschermen."

De noodzaak van strengere maatregelen werd in 2006 duidelijk door het schandaal rond de Probo Koala, een schip van de in Nederland gevestigde maatschappij Trafigura dat honderden tonnen scheepsafval naar Ivoorkust bracht, waar een plaatselijke onderneming het dumpte in de buurt van Abidjan. Minstens tien omwonenden overleden en tienduizenden werden ziek.

Hoeveel ton giftig afval er door industrieën in rijke landen voor verwerking naar de Derde Wereld wordt gestuurd is niet bekend, maar iedereen op de bijeenkomst op Bali was het erover eens dat de handel in gevaarlijk afval omvangrijk is, dat de manier waarop het afval uiteindelijk wordt weggewerkt vaak niet deugt en dat het een groeiende bedrijfstak is.

Het Verdrag van Basel biedt de 170 deelnemende landen de mogelijkheid import van gevaarlijk afval te verbieden en verplicht exporteurs toestemming te vragen alvorens gevaarlijk materiaal naar een ander land te vervoeren. Maar door geldgebrek, wijdverbreide corruptie en het feit dat de VS geen ondertekenaar is, blijven ontwikkelingslanden dumpplaatsen voor gevaarlijk afval en worden miljoenen van hun burgers blootgesteld aan zware metalen, PCB's en andere gifstoffen.

Veel landen en organisaties denken dat alleen een algeheel verbod daar verandering in kan brengen. Het in Seattle gevestigde actiecomité Basel Action Network (BAN) had er vast op gerekend dat er op Bali zou worden afgesproken dat alle landen voortaan hun eigen afval zouden verwerken. "Jammer, heel jammer" dat dat niet gelukt is, zei BAN-woordvoerder Jim Puckett.

In plaats van een exportverbod namen de afgevaardigden richtlijnen aan voor de verwerking van afgedankte mobieltjes en spraken zij af soortgelijke richtlijnen -in samenspraak met de elektronica-industrie- op te stellen voor oude computers. Gastland Indonesië diende een compromisvoorstel in dat nieuw overleg over een verbod in het vooruitzicht stelt en landen aanmoedigt om net als de EU alvast zelf een exportverbod in te voeren, of op zijn minst te zorgen voor betere opsporing van en controle op illegaal afval.