Rechtszaak over ossen duurt 33 jaar
Een Indiase boer moet zich al 33 jaar voor de rechter verantwoorden voor dezelfde zaak. Surajnath Yadav wordt er van beschuldigd een aantal ossen te hebben gestolen in 1973. Yadav hangt nog steeds een maximumstraf van drie jaar boven het hoofd. Hij was oorspronkelijk aangeklaagd samen met vier anderen, maar die zijn allemaal inmiddels al overleden. De meeste andere betrokkenen bij de rechtsgang zijn ook al overleden. De officier van justitie die de zaak in eerste instantie onderzocht, de boer van wie de ossen werden gestolen en zijn zoon, en de ossen zijn allemaal al dood.
"Ik moet de gang naar de rechtbank al m'n hele leven maken", aldus Yadav. "Wat moet ik dan? Eerst moest ik iedere week naar de rechtbank, toen iedere maand, en nu moet ik nog steeds eens in de drie maanden. Het is niet moeilijk om je voor te stellen hoe veel geld me dat inmiddels al gekost heeft."
De rechtszaak zou in 1997 eindelijk gesloten worden nadat een rechter oordeelde dat de zaak te oud was, en dat er toch geen nieuw bewijs meer was. De broer van de bestolen boer ging echter tegen die beslissing in beroep. Hij overleed ook, waarop een tweede broer de rechtszaak voortzette. Het hoger beroep loopt nu nog steeds.
De zaak is extra opmerkelijk, omdat de staat waarin alles zich afspeelt onlangs besloot rechtszaken sneller af te handelen. Zo werd een verkrachtingszaak vorige week in krap vijf uur afgerond. Nog zuurder voor Yadav is het feit dat de gestolen ossen zeven maanden na de diefstal alweer werden teruggevonden.
