Patriot Act 'boekenwet' op de tocht

Het Amerikaanse House of Representatives heeft met 238 tegen 187 stemmen een wijziging van de Patriot Act aangenomen die Justitie en de FBI het recht ontneemt op inzage in uitleenbestanden van bibliotheken en verkoopgegevens van boekenwinkels. Het Huis gaat daarmee tegen een vetodreiging van president Bush in. De Patriot Act werd snel en met weinig tegenstand aangenomen in de emotionele nasleep van de aanslagen van 11 september 2001.

Het voorstel was afkomstig van een groep volksvertegenwoordigers, die van mening zijn dat de wet in de huidige vorm inbreuk maakt op de privacy van onschuldige bibliotheekgebruikers. Vorig jaar haalde een soortgelijk voorstel het niet, maar dit jaar was er een compromis dat de regering in staat stelt internetgebruik in bibliotheken wel na te blijven gaan. Zo konden de initiatiefnemers zich verzekeren van de steun van 38 Republikeinen.

Onafhankelijk vertegenwoordiger en initiatiefnemer van het voorstel Bernard Sanders spreekt van een "geweldige overwinning die belangrijke grondwettelijke rechten aan het Amerikaanse volk terug kan geven". Hij zei dat de stemming "een regering een pas op de plaats laat maken die de poten onder de burgerlijke vrijheden weg wil zagen die ons als land definiëren".

Er is op dit moment geen concrete verdenking nodig om de 'boekenwet' toe te passen, wat betekent dat deze gebruikt kan worden om naar verdachten te 'vissen'; ofwel, op basis van de leesvoorkeuren kan iemand juist als verdachte worden aangemerkt. Dit is een belangrijk bezwaar van tegenstanders. Maar voorstanders wijzen er op dat de wet juist goede mogelijkheden biedt om te voorkomen dat openbare bibliotheken veilige havens voor terroristen worden, en vinden dat aan die mogelijkheden niet getornd moet worden.

De aanpassing moet nog een stemming in de Senaat en de mogelijkheid van het veto van de president zien te overleven. Als dat het geval is dan kan de aanpassing volgend jaar in werking treden.