Opnieuw doodstraf geëist in rechtszaak Bali
Voor de tweede maal is de doodstraf geëist tegen iemand die verdacht wordt van betrokkenheid bij de aanslagen op Bali in oktober vorig jaar. Imam Samudra, die gezien wordt als het vermoedelijke brein achter de bomaanslagen en die 1 van de 4 hoofdverdachten is, hoorde dit maandag tegen zich eisen. Eind vorige maand werd dezelfde straf geëist tegen Amrozi, die betrokken zou zijn bij het plannen en uitvoeren van de aanslagen.
Samudra toonde tijdens het proces geen berouw over de doden uit westerse landen, maar betreurde het wel dat bij de aanslag ook moslims omgekomen zijn. Hij zei echter te verwachten dat God hem dat zal vergeven. Hij verklaarde de aanslagen volgens de wet van de islam gerechtvaardigd te vinden, omdat Bali de "poel van zonde" zou zijn. "Bali is het zondigste oord van Indonesië, terwijl de meerderheid van de bevolking moslim is", aldus Samudra.
Samudra heeft toegegeven betrokken te zijn geweest bij de aanslagen, maar ontkende het brein te zijn. Zijn advocaten melden dat Sumatra heeft gezegd klaar te zijn om de doodstraf te ondergaan.
Imam Samudra wordt gezien als leidende figuur in de Aziatische moslimbeweging Jemaah Islamiyah (JI). Hij vertelde de rechtbank dat hij in de jaren negentig zijn training in Afghanistan heeft ontvangen. Hij bekende ook betrokken te zijn geweest bij een bomaanslag op een kerk in Batam, even ten zuiden van Singapore, op kerstavond 2000.
Op 11 augustus, wanneer de zaak wordt hervat, zal Samudra zelf een pleidooi houden om zich te verdedigen.
