Hoge strafeisen na A'damse martelsessie

Voor de rechtbank in Amsterdam zijn gisteren lange gevangenisstraffen geëist tegen vier verdachten die beschuldigd worden van zware marteling. De vier hebben op 19 januari in een flat aan de Nachtegaallaan twee mannen ernstig mishandeld, die zij er van verdachten cocaïne te hebben gestolen.

De twee slachtoffers, H.B en N.K, zouden een pakketje coke van drie of vier kilo naar Engeland meenemen. Toen zij hun auto hadden geparkeerd werd het gestolen uit hun kofferbak. Daarop belden ze de twee opdrachtgevers die uit woede een martelpartij op touw zetten, omdat ze dachten dat de twee de coke zelf achterover hadden gedrukt.

In de flat werden de slachtoffers aan handen en voeten gebonden en bewerkt met een gloeiend strijkijzer. Daarna werd zout gestrooid in de verse brandwonden op rug, buik, nek en armen. De twee ontkwamen aan verdere marteling doordat één van hen een ''bekentenis'' deed.

De opdrachtgevers van de martelsessie, de broers Hamid (22) en Jasin (26) El-B., hoorden ieder 15 jaar tegen zich eisen. Die straf is ook voor de cocaïne smokkel. Tegen hun neef Abdella S. (24), werd negen jaar geëist. Tien jaar luidde de eis tegen de Hasan Adel el B. (24), die wegens zijn postuur als beul werd ingezet.

Voor de rechter zei één van de slachtoffers onmenselijke en ondraaglijke pijn te hebben gehad. Hij en zijn maat verklaarden dat ze zelfmoord hadden gepleegd als ze er de kans toe hadden gehad. Het Riagg heeft zelfs één van de slachtoffers naar een kliniek voor oorlogsslachtoffers moeten verwijzen.

Uitspraak 6 augustus .