Deventer moordzaak heropend
In 1999 werd Ernest Louwes, een belastingadviseur uit Lelystad, in hoger beroep veroordeeld tot 12 jaar cel voor de moord op een cliënte van hem, de 60-jarige weduwe Jacqueline Wittenberg. Een onafhankelijk bureau deed sindsdien onderzoek naar de bewijslast die voor die veroordeling zorgde, en kwam tot de conclusie dat het vonnis van het gerechtshof destijds op een erg dubieuze manier tot stand is gekomen. Nu, drie jaar later, heeft de Hoge Raad daarom dat vonnis vernietigd, en besloten dat de zaak heropend moet worden.
Het belangrijkste bewijsstuk was een keukenmes, dat op anderhalve kilometer afstand van het huis van de weduwe werd gevonden. Destijds werd aangenomen dat dat het moordwapen was. Een politiehond herkende de geur van Louwes op het mes, dat pas 70 uur na de moord werd gevonden en dus al een hele tijd buiten had gelegen. Inmiddels is uit DNA-onderzoek gebleken dat er geen DNA van het slachtoffer op het mes aanwezig was. Het mes heeft dus niks met deze moord te maken.
Een ander deel van het bewijs was het laatste telefoontje dat de weduwe gepleegd had voor haar dood, met Ernest Louwes. Na het traceren van dat telefoontje zei de politie dat Louwes zich op dat moment niet op de A28 bij 't Harde bevond, zoals hij beweerde, maar in de buurt van Deventer. Inmiddels is aangetoond dat hij wel degelijk vanaf de A28 gebeld kan hebben.
"Er zijn zoveel twijfels ontstaan over de relatie tussen de verdachte en het delict dat bij de Hoge Raad het ernstige vermoeden rijst dat de verdachte zou zijn vrijgesproken als het hof indertijd had geweten van de uitkomsten van het DNA-onderzoek", aldus de uitspraak van de Hoge Raad.
Ernest Louwes is inmiddels weer een vrij man, in elk geval totdat de zaak opnieuw in behandeling wordt genomen.
