Begrotingsoverschot daalt naar 0,3 %
Het begrotingsoverschot over 2001 bedraagt 0,3 procent van het bruto binnenlands product. Dat is fors minder dan de 0,7 procent die in november nog werd verwacht. Dat blijkt uit berekeningen van het ministerie van Financiën die maandagavond zijn gepubliceerd.
Het lagere begrotingsoverschot is vooral te wijten aan tegenvallende inkomsten bij de belastingen en premies als gevolg van de in 2001 verminderde economische groei. Bij de uitgaven deden zich slechts geringe tegenvallers voor. Volgens het ministerie geeft het lagere overschot op dit moment geen aanleiding de voor 2002 afgesproken uitgaven te herzien. De zogeheten Zalmnorm schrijft alleen bezuinigingen voor als er tegenvallers bij de uitgaven optreden.
Het tegenvallende begrotingsoverschot is wel van belang voor de financiële ruimte die in de volgende kabinetsperiode beschikbaar is. De meeste partijen hebben in hun verkiezingsprogramma over die periode een gemiddeld begrotingsoverschot van ten minste 1 procent opgenomen. Een dergelijk overschot is nodig om nu de staatsschuld af te lossen en daarmee geld vrij te spelen voor de stijgende kosten in verband met de vergrijzing.