Vrouw poogde familie te vergiftigen
Volgens officier van justitie B. van der Krabben probeerde de vrouw haar broer, schoonzus, hun kinderen en haar eigen dochter te vergiftigen. Het is niet de eerste keer dat de 53-jarige terecht stond in een vergiftigingszaak.
In juni 1997 werd zij veroordeeld tot 3 jaar cel en TBS met verpleging omdat zij haar man had geprobeerd te vergiftigen. Haar man raakte steeds in coma en overleefde de vergiftigingsaanslagen op het nippertje.
De vrouw, die in de media de naam "gifmengster van Ede" kreeg, werd in die periode ook verdacht van de gifmoorden op haar schoonouders. Justitie gaf destijds de opdracht de stoffelijke overschotten van de schoonouders in Bennekom te laten opgraven. Uiteindelijk sprak de rechtbank de vrouw van deze beide gifmoorden vrij wegens onvoldoende bewijs, hoewel er volgens het vonnis wel aanwijzingen waren dat de verdachte die feiten had gepleegd.
De vrouw, die verblijft in een TBS-kliniek, zou enige tijd geleden aan haar behandelaar hebben bekend dat zij getracht heeft haar eigen dochter en zus te vergiftigen. Volgens de officier verbleef die dochter anderhalf jaar in een kliniek terwijl artsen niet konden vinden wat zij mankeerde. Ook haar zus vertoonde merkwaardige ziekeverschijnselen. Zij was anderhalf jaar lang niet in staat te werken.
Net als bij haar man roerde de vrouw bij de familieleden tegretol (een medicijn tegen epilepsie) door zowel de koffie als het eten. Door de stelselmatige vergiftigingspogingen zou haar broer invalide zijn geraakt.
De vrouw bekende in 1997 voor de rechtbank dat zij haar man en schoonvader medicijnen had toegediend. Haar zieke echtgenoot gaf zij zelfs een extra dosis toen hij al in het ziekenhuis was opgenomen.
Onderzoekers van het Pieter Baan Centrum achtten destijds intensieve behandeling noodzakelijk. Op verzoek van de advocaat heeft de rechtbank woensdag opdracht gegeven tot het opmaken van een nieuw rapport. Ook zullen in deze zaak nog twee nieuwe getuigen worden gehoord.
De strafzaak is verdaagd tot 16 november.
