Klacht over snelle naturalisatie Máxima

Universitair hoofddocent klassieke geschiedenis A. van Hooff heeft woensdag een klacht ingediend bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) over de snelle naturalisatie van Máxima Zorreguieta.

Hij wil dat zijn verloofde uit Letland net zo snel als Maxima de Nederlandse nationaliteit krijgt. Van Hooff is verbonden aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. De toekomstige vrouw van kroonprins Willem-Alexander hoefde niet de procedures te doorlopen die wel voor andere mensen gelden, die de Nederlandse nationaliteit willen krijgen. Volgens Van Hooff gaat deze voorkeursbehandeling voor de toekomstige echtgenote van Willem-Alexander tegen het karakter van de Grondwet in. ,,Haar is het Nederlanderschap ruim voor haar huwelijk verleend'', schrijft hij in zijn klacht.

Over de noodzaak tot naturalisatie van de huwelijkspartner van het beoogde staatshoofd wordt in de Grondwet echter met geen woord gerept, meent Van Hooff. ,,Daarom is er sprake van discriminatie.'' Hij wil dat de CGB uitspreekt dat de 'voorkeurbehandeling van Máxima' een wettelijk niet te rechtvaardigen vorm van discriminatie is.

Artikel 1 van de Grondwet zegt dat iedereen die zich in Nederland bevindt, gelijk moet worden behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Uit deze passage blijkt onomstoten, meent Van Hooff, dat de versnelde naturalisatie van Maxima onrechtmatig is geweest.

De verloofde van Van Hooff is momenteel in afwachting van een beschikking en mag daarom Nederland niet binnenkomen. ,,Als de procedure vlot verloopt, neemt die procedure nog drie tot vier maanden in beslag'', vertelt de hoofddocent. ,,Als wij getrouwd zijn dit najaar, kan ze pas na drie jaar in aanmerking komen voor het Nederlanderschap. Mevrouw Máxima Zorreguieta is vrijgesteld van deze wachtperiode. Haar is het Nederlanderschap ruim voor haar huwelijk verleend.''