Opnieuw groot dopingschandaal

De beste wielrenners en langlaufers uit Italië hebben volgens een justitieel rapport midden jaren negentig systematisch het verboden prestatieverhogende middel EPO gebruikt. Zij deden dit in samenwerking met een medisch centrum dat met overheidsgeld betere dopingstesten moest ontwikkelen.

Het rapport van de openbare aanklager in de Noord-Italiaanse stad Ferrara, Pierguido Soprani, is vernietigend voor het Italiaanse Olympisch Comité en voor de roemruchte sportarts Francesco Conconi en zijn medewerkers. Het is de vrucht van een onderzoek van twee jaar naar Conconi's sportcentrum, waar honderden topsporters advies hebben ingewonnen.

Zeker 63 atleten hebben van Conconi EPO gekregen, schrijft Soprani in zijn rapport, dat gisteren openbaar is gemaakt. Tot die groep behoren toppers uit het Italiaanse wielrennen als Marco Pantani, Gianni Bugno, Claudio Chiappucci en Maurizio Fondriest. Maar ook voormalige Tourwinnaars als Bjarne Riis en Stephen Roche zouden EPO hebben gekregen.

Andere bekende namen op de lijst gebruikers zijn de langlaufkampioenen Manuela Di Centa en de kanoër Beniamino Bonomi, die in Sydney een gouden medaille won. De openbare aanklager schrijft dat Conconi nauw samenwerkte met de sportbonden voor wielrennen, langlaufen, kanoën en kajak, en met de wielerploegen van Carrera, Gewiss Ballan, Roslotto en Mapei.

Soprani wil een rechtszaak beginnen tegen Conconi, zijn voormalige rechterhand Michele Ferrari, en zes andere sportartsen. Zij worden onder andere beschuldigd van misdadige samenzwering. Soprani heeft vooralsnog geen aanklachten in voorbereiding tegen de betrokken atleten. Onze sportredactie voegt hieraan toe: Op de vierde dag van het dopingproces in het Franse Lille is gisteren ook de Spaanse wielerploeg Banesto in opspraak geraakt. Volgens de Franse renner Thomas Davy werd bij zijn voormalige werkgever stelselmatig doping gebruikt. Bij Banesto reed in die periode vijfvoudig Tourwinnaar Miguel Indurain.