Zelfdoding op kwart van scholen
Een kwart van de scholen voor voortgezet onderwijs is in de afgelopen twee jaar geconfronteerd met zelfdoding van een leerling, leerkracht of ouder van een leerling. Dat blijkt uit een onderzoek van de onderwijsadviesinstelling KPC Groep. Uit het onderzoek blijkt verder dat 45 (!) procent van alle scholen voor voortgezet onderwijs de afgelopen twee jaar te maken heeft gehad met het overlijden van een leerling. In 8% van die gevallen ging het om zelfdoding.
Verkeersongelukken en kanker eisen de meeste jonge mensenlevens, zelfdoding blijkt de derde doodsoorzaak te zijn onder scholieren.
Veel scholen voor het voortgezet onderwijs zijn voorbereid op dit soort ernstige gebeurtenissen. Driekwart van de scholen beschikt over een draaiboek waarin staat hoe leerlingen, ouders en leerkrachten moeten worden ingelicht en opgevangen. Het daadwerkelijk overlijden van een leerling was in de meeste gevallen de reden om een dergelijk draaiboek te maken.
Volgens de onderzochte scholen waren de belangrijkste effecten van het overlijden van een leerling:
langdurige nazorg en aandacht voor leerlingen (23 procent);
saamhorigheid en hechte band (18 procent);
verslagenheid en ontreddering (16 procent) en
confrontatie met sterfelijkheid en dood (15 procent).
Het allermoeilijkst bij zelfdoding van een leerling is volgens de onderzochte scholen de communicatie met ouders en leerlingen en het opvangen van leerlingen, vrienden en ouders.