Je kan beter zoenen in lijn 4
Even met Parking De Hoofdstad gebeld: “Goedemorgen, Oplopers hier. Iemand van uw afdeling Business Development in de buurt?” De telefoniste deelde mij mede dat ze het daar erg druk hadden, dus ik werd even in de parkeerstand gezet. Na een poosje wachten kreeg ik de chef aan de lijn. Wat ik van hem moest? Dat wist ik hem wel uit te leggen: “Zeg, grapjas, business development is toch een fraaie Engelse term voor het aanboren van nieuwe markten? Vind je zelf ook niet, dat je wat bent doorgeslagen met die flauwekul?” De baas had geen idee, waar ik op doelde. Dus ik vervolgde: “Blijkbaar zien jullie overal geld in. Zelfs in het doorverkopen aan rioolzenders van privacygevoelige camerabeelden uit die morsige stinkgarages van je. Mafkees!” De parkeerprutser stribbelde flink tegen: “Zeg Driek, niet zo’n grote mond! Want in onze garages stinkt het helemaal niet. wij hebben aan die affaire niets verdiend, want die filmbeelden waren achterovergedrukt door een medewerker, en niet doorverkocht door ons bedrijf zelf. Dus wat ga je weer tekeer!” U raadt het al: met die flauwekul was ik het niet eens. Dus voegde ik de beste man fijntjes toe: “Hoho, het zijn filmbeelden die gemaakt zijn met jouw bewakingscamera’s, die opgenomen zijn op jouw registratiesysteem en die achterovergedrukt zijn door jouw personeel dat in jouw parkeergarage aan het werk was. Dus doe nou maar niet alsof je neus bloedt, mafkees. Een béétje goed systeem maakt het voor onbevoegd klootjesvolk onmogelijk om bij de filmbeelden te komen. En terecht. Dus zout jij gauw op met die goedkope smoezen van je! Nou ja, is er tenminste nog íets goedkoop aan die tent van je. Want effe parkeren? Dat is nét een tikkie minder goedkoop. Nee, dat kost een vermogen.” Niet geheel tot mijn verbazing smeet de geplaagde bisnisdefellopper de hoorn op de haak. Einde gesprek. Dus had ik even tijd om een nieuwe pakkende slogan voor ze te verzinnen. “Uw auto staat binnen, maar uw privacy ligt op straat.”
Inmiddels heb ik twee brieven geschreven. Een aan het College Bescherming Persoonsgegevens en een aan de Gemeenteraad van Amsterdam. De kern van mijn betoog: “Personen die zich op straat bevinden, dienen zich te realiseren dat ze in een openbare ruimte zijn, en dat hun gedragingen dus door anderen kunnen worden gezien en verspreid. Maar een parkeergarage beschouw ik niet als zodanig. Mensen betalen geld voor het gebruik daarvan, en mogen er dus op kunnen rekenen dat hun veiligheid en privacy gewaarborgd zijn. En al helemaal waar het gaat om beelden die zijn vastgelegd op apparatuur van de exploitant, en dus niet om opnames op bij voorbeeld mobiele telefoons die gemaakt zijn door toevallig aanwezige derden.” Trouwens, het is technisch helemaal niet ingewikkeld om te voorkomen dat onbevoegden de beelden kunnen misbruiken. In trams en bussen hangen ook camera’s. Maar bijna niemand kan bij die beelden komen. Uitsluitend hoge leidinggevenden bij vervoerbedrijven hebben toegang tot het USB-dingetje waar die op staan. Wat dat betreft hadden Yolanthe en Wesley dus beter in lijn 4 kunnen gaan staan zoenen. De privacy in het openbaar vervoer is sowieso heel behoorlijk geregeld. Want ook de reisgegevens op die nieuwe OV-chipkaart zijn beschermd volgens de eisen van het College Bescherming Persoonsgegevens.
In Amsterdam is trouwens een hoop gelazer met dat ding. De Amsterdamse Gemeenteraad is totaal de weg kwijt. In de metro is die OV-chipkaart ingevoerd, en hij doet het daar heel behoorlijk. Toch moet wat de Amsterdamse politiek betreft de metro voorlopig ook nog toegankelijk blijven voor mensen zonder chipkaart. Wát een gelul! Stelt u zich eens een grote supermarkt voor. Aan het eind van de winkel, voorbij de zuivelhoek en de borrelnootjes, staat een rij blauwe kassa’s. Beetje ouderwets, zegeltjes plakken en meer van dat fraais. Slechts de helft van de klanten rekent daar af, en de kassameisjes zitten een deel van hun tijd verveeld voor zich uit te staren. Even verderop is nóg een rij kassa’s. Weliswaar in een bespottelijk lelijke fuchsiaroze kleur, maar wel gebruiksvriendelijk: de korting meteen eraf, en eerlijke prijzen. Daar rekent de andere helft van de klanten af. Ook daar is het niet druk, dus zitten de caissières ook daar een deel van hun tijd in allerlei roddeltijdschriften te bladeren. De Nederlandse Winkelklanten Vereniging had dat zo bedongen. Twee betaalsystemen, en de klant mag kiezen, waar betaald wordt. Duaal stelsel. Zo hadden ze dat met twee mooie woorden genoemd. Maar het is natuurlijk gewoon weggegooid geld. Geld dat nu niet kan worden besteed aan betere kwaliteit, aan een schonere winkel, aan leuke aanbiedingen.
Dat probleem speelt ook als het gaat om het betalen voor het Openbaar Vervoer. Twee systemen naast elkaar. Een chipkaartsysteem én de ouderwetse strippenkaart. Zonde van het geld. De OV-chipkaart doet het in de Amsterdamse metro prima. Natuurlijk, er kwamen wat kinderziektes aan het licht, maar die worden opgelost. En ook in de tram en de bus in Amsterdam, Zaanstad en Amstelveen en omstreken kun je chippen, en straks ook op de Waterlandse streekbus. Dus ook de overstappende reiziger hoeft zich geen zorgen te maken. Een prima moment om de strippenkaart niet langer te gaan gebruiken. Het geld dat daardoor vrijkomt, kan beter worden besteed aan meer trams en bussen. Dáár heeft de reiziger wat aan. Maar de Amsterdamse gemeenteraad heeft dus in zijn wijsheid anders beslist. De gemeenteraadsfracties van SP, GroenLinks en PvdA moeten zich doodschamen voor deze schandelijke geldverspilling!
Doodschamen. Dat moeten ook de maar liefst 3200 mensen die bezwaar hebben gemaakt tegen het metalfestival ‘Elsrock’, dat op 29 augustus in Rijssen op het programma staat. De sfeer in anders zo gemoedelijke café-restaurant ‘Het wapen van Rijssen’ is te snijden. Op de plaatselijke bushalte werd een gereformeerde ouderling door een Gothic-meisje op zijn bek getimmerd. De enige die goed garen spint bij de affaire is de heer Jansen, lokaal agent van ‘Plug-Inn Gehoorbescherming’. Hij heeft al een kleine duizend sets herriestoppers verkocht. Het gemeentebestuur belegde een heuse hoorzitting zodat iedereen zijn hart kon luchten. Maarliefst 700 bezwaarmakers kwamen opdagen. Die vinden dat de bands die komen spelen Godslasterlijk zijn. Dat zal best. Bands die bij voorbeeld Sodom heten, nummers met titels als ‘Blasphemer’ spelen en “I am a bloody antichrist” zingen: ja. Dat zijn inderdaad Godslasteraars. Maar dat betekent nog niet dat ze niet mogen optreden. Want niemand is verplicht om erheen te gaan. De door de zwarte-kousen-gristenen bepleite censuur is in mijn ogen onaanvaardbaar. Een foute maatregel, die bovendien met twee maten meet. Want waarom zouden heidenen hun gang niet mogen gaan, terwijl in het hele land mensen nog steeds op straat en aan de deur worden lastig gevallen door mensen die het woord van God lopen te verkondigen? En waarom moet ik op straat regelmatig verplicht luisteren naar sullige types die op slecht gestemde gitaren staan te jengelen en tamelijk vals de goedheid van de Heer lopen te bezingen? Nou?
Naschrift: Toch nog maar even een keertje met Parking De Hoofdstad gebeld: “Goedemiddag, Oplopers nog een keer.” Meteen kreeg ik de baas van het spul aan de lijn. Waar ik de moed vandaan haalde om nog een keer te bellen. Dat maakte ik hem snel duidelijk: “Zeg, flessentrekker, ik heb je Algemene Voorwaarden eens even nageplozen. Daar staan dingen in, die door de rechter in vergelijkbare zaken rechtstreeks naar de prullenbak zijn verwezen. Zoals het feit dat de klant zijn autosleutel moet afgeven, en dat het personeel de auto parkeert. Maar als die medewerker van jou een deuk in de auto rijdt, ben je niet aansprakelijk, staat daar. Dat zal lekker worden!” Het antwoord luidde, dat je jongens op de zaak prima konden autorijden. Zal wel. Maar ik was nog niet klaar: “En het wordt nóg gekker in die voorwaarden. Er staat letterlijk dat je bedrijf niet aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door fouten van ondergeschikten, daaronder begrepen schade veroorzaakt door opzet of grove schuld door ondergeschikten. Je snapt zelf toch ook wel, dat dat nergens op slaat?” De parkeergangster vroeg mij, waarom dat zo raar was. Dus ik besloot met : “De klant heeft door het betaald parkeren in die ballentent van jou een overeenkomst met je. Daardoor ben jij verantwoordelijk voor de gedragingen van je personeel. Ingewikkelder is het niet. Je kunt in je voorwaarden opschrijven wat je wilt, maar daar kom je natuurlijk niet mee weg. Gek!” Dit keer was ík degene die de hoorn op de haak flikkerde. Zo, dat was eruit. Tijd voor koffie met Mevrouw Oplopers op een zonnig Amsterdams terras.
De clandestiene Algemene Voorwaarden en de brieven aan de gemeente Amsterdam en aan het College Bescherming Persoonsgegevens lees je hier: http://driekoplopers.web-log.nl/driekoplopers/2009/05/twee-fijne-brie.html