Tong's culinaire recensie # 4

Shoarma-zaak Ramses De buitenkant van Ramses zag er leuk en kleurrijk uit. Alles in de nationale kleuren van Egypte. Dat was al een lokkertje om naar binnen te stappen. Maar ook mooie, felle oranje neonlichten voor het raam en een knipperlichtend bordje op de deur dat duidelijk maakte dat ze open waren. Mooie service.

Want voor hetzelfde geld sta je voor een gesloten deur en sta je als Jan met de korte achternaam aan een dichte deur te trekken. Dat is hetzelfde als dat het alarm afgaat bij het verlaten van de HEMA. Je zal zeggen dat is me worst. Maar toch ga je blozen. Bij binnenkomst een grapje maken kan het ijs breken dacht ik. 'Wat Shaffie vandaag Ramses ?' werd echter niet begrepen. 'Ik Ali.' Daar sta je dan met je mond vol tanden. Maar goed, die tanden zou ik nog hard nodig hebben.

Ik wachtte rustig mijn beurt af, er was immers nog een klant voor me. Die klant bleek echter Gekke Fritsie te zijn. Een soort mascotte van de zaak. Fritsie bestelde nooit iets, zat op een kruk in de hoek en vertelde al 10 jaar dezelfde grap aan de klanten. Iets met gehakt maken van Egyptenaren. Ik begreep er niks van, maar lachte hardop. Fritsie was weer tevreden. Fritsie zorgde voor de vrolijke noot in de zaak. En werd getolereerd door Ali. Daar scoorde Ali, die zowel eigenaar als kok bleek te zijn, gelijk punten mee. Dat toonde zijn gastvrijheid.

Ali was al even vriendelijk als Gekke Fritsie. Heel anders dan je van een Egyptenaar zou verwachten de laatste tijd. Ik voelde me gelijk op m'n gemak. Ik bestelde een shoarmaschotel en een flesje Cola. De bestelling werd netjes genoteerd, opdat er niks mis kon gaan. Het zijn kleine details, maar dat maakt nu juist het onderscheid. Ging aan een tafeltje zitten met mooie plastic bloemen en een bakje water. Je weet immers nooit wie er met zijn handen gaat eten, er zijn zoveel buitenlanders hier momenteel.

Het was brandschoon. Dat heb ik in andere zaken wel eens anders meegemaakt. Ik zag aan de muur een certificaat hangen. Ik dacht dat het een hygiëne-certificaat was, maar bleek het strikdiploma van zijn dochtertje te zijn. Dat vond ik zo lief en sympathiek. Ik ging me steeds meer op m'n gemak voelen. Ali kwam persoonlijk de shoarmaschotel serveren. Met een glimlach werd ik bediend. 'Eet uw smakelijks meneer, dat uw het maar lekker zalt vinden.' Waar vind je die beleefdheid tegenwoordig nog ?

De eerste hap is altijd het belangrijkst en die was heerlijk. De champignon was lekker knisperig, het shoarmavlees perfect op temperatuur en goed gekruid. De saus maakte het af. Dat kon niet meer misgaan dacht ik. De ansjovis deed zijn werk ook goed. Mijn smaakpapillen werden gestreeld alsof André Riéu de maaltijd er per strijkstok inwalste. Maar het cruciale moest nog komen, de patatjes. Die kunnen zo'n schotel verpesten. Een echte test voor Ali. Te slap, te hard, te koud, te flauw, alles is mogelijk. Ik was dan ook opgelucht dat de patatjes ook echte patatjes waren. Je zou ze bijna op z'n Belgisch frietjes gaan noemen. Patatjes klinkt internationaler, heeft meer allure. Bij frietjes denk je al snel aan 'Frietkot Kees Kroket'

Deze zaak hàd internationale allure. Alles klopte. Vanaf de binnenkomst tot het afrekenen. 'Heeft het uw gesmaakt meneer ? Wilt u misschien ook nog een pepermunnetje voor de adem ?' Nou ja zeg, dat kon er nog wel bij. Ali was oprecht bang dat ik uit m'n mond zou stinken. Weer zo lief. Het afrekenen ging ook in een aimabele sfeer. 'Tot de volgende keer meneer.' En die volgende keer komt er zeker. Ali verdient zelf een diploma, naast die van zijn dochter. En Fritsie ? Fritsie was in afwachting van de volgende klant, zijn repertoire was wat dat betreft onbeperkt. Ramses krijgt een dikke 9 van me.

tong80