Toon eens wat coronacompassie

12 maart zou ik voorlopig de laatste etappe van het Westerborkpad lopen. Het weekend erop kwam mijn dochter tijdelijk over. Eind maart werd bekend dat de accijns op tabak verhoogd zou worden, en dus nam ik het besluit om te stoppen met roken. Dat was half april. We leven nu halverwege juni. De maatschappij wordt langzaam weer opgestart, kinderen gaan weer naar school. De horeca heeft zijn deuren weer geopend en vrijwel iedereen is ingesteld op de anderhalvemetereconomie.

Ook het reizen met het openbaar vervoer is sinds 1 juni weer toegestaan, mits je reist met een mondkapje en je je reis niet op een andere manier kunt vormgeven of uitstellen. Afgelopen woensdag was ik op bezoek bij mijn jongens in Rotterdam, en op de terugweg naar Alkmaar ramde de intercity voor ons een Canta op een overweg in Zaandijk.

Daar postte ik op FOK! dit bericht over, en onder het bericht had ik de euvele moed om te vertellen dat ik in de trein had gezeten die woensdag. Prompt werd ik er op afgerekend dat ik geen werk zou hebben, laat staan een baan in een cruciaal beroep. Hoe had ik het gore lef om in de trein te stappen? Het werd nog net niet zo gebracht, maar je proefde de minachting voor mijn besluit om gebruik te maken van het openbaar vervoer.

Laat ik vooropstellen dat ik niemand rekenschap verschuldigd ben over het hoe waarom ik in de trein stap. Zolang ik dat tegenover mezelf kan verantwoorden hoef ik me tegenover niemand anders te verantwoorden. Toch blijven die reacties zeuren in m’n achterhoofd. Eerder schreef ik deze column over hoe corona ons allemaal raakt, waarin ik vertelde dat ik mijn twee oudste kinderen vijf weken niet gezien had vanwege de maatregelen.

Do the math: Zelf woon ik in Alkmaar, zij tijdelijk in Rotterdam. 105 km fietsen is een beetje te ver, en bovendien heb ik valangst. Ook heb ik geen auto (laat staan een rijbewijs). Wil ik mijn kinderen kunnen zien zal ik dus met de trein moeten. Dus lieve mensen: toon eens wat meer compassie voor je medemens. Je zou ook bij jezelf kunnen denken: oh die zal wel een goede reden hebben om de trein te nemen, in plaats van iemand bij voorbaat te veroordelen omdat ze volgens jou niets bijdragen aan de maatschappij.

Oh en voor degene die me op hoge poten vroegen waar de column Dagboek van een ex-roker deel 2 blijft: ook aan jullie ben ik geen verantwoording schuldig. Maar ik ben nog steeds gestopt, met hier en daar een misser. Maar een foutje maken is niet erg. Zolang ik niet gestopt ben met gestopt zijn, heb ik nog niet gefaald. Ik faal pas als ik het opgeef gestopt te zijn.


Westerborkpad - In het spoor van de Jodenvervolging