Pijn bij kinderen
Een paar keer in mijn leven heb ik bloed moeten laten prikken.
Het gebeurt regelmatig, dat ik tijdens het wachten een kind hoor huilen en schreeuwen. Wat nogal logisch is, want zo'n dikke naald doet flink pijn. En kleine kinderen ervaren pijn heel anders dan oudere kinderen en volwassenen. Ergerlijk is dat in veel gevallen 'opvoeders' en soms ook de assistent(e) beginnen te lachen om de reactie van het kind. Terwijl het kind huilt of schreeuwt van schrik, pijn of woede, vermaken volwassenen zich om de stress van het kind. Misschien denken ze hun kinderen te helpen om te relativeren, maar het kind zal het lachen als vernederend ervaren en daarmee ook de medische handeling koppelen aan 'te kijk gezet worden'.
In de kinderpsychologie is ontdekt, dat als een peuter in de steek wordt gelaten in een situatie die hij zelf niet aankan, zoals wanneer de ouders het kind lachend overdragen aan een medicus die het kind ten slotte pijn doet, het kind de ouders niet meer vertrouwt. Ook kan het kind geloven dat er iets mis met hem is. Een kind dat net ontdekt dat het een individu is. Als er iets vervelends gebeurt met het kind, betrekt het dat op zichzelf. De meest kritieke leeftijd is 2.5 jaar. (1)
Ook chantage als “Als je gaat huilen om een prikje, ben je geen grote jongen/grote meid”, zal de stress alleen maar verhogen.
Soms is een medische ingreep of onderzoek noodzakelijk. Ouders zouden beter voorgelicht moeten worden, hoe ze om moeten gaan met het kind als het bijvoorbeeld een prik moet krijgen. Je kunt een kind niet altijd vrijwaren van pijn, maar in plaats van erom te lachen, zouden ouders het kind liefdevol kunnen opvangen. Begrip tonen voor de gevoelens van het kind. Het kind vasthouden als het kind daar behoefte aan heeft. Gelukkig zie ik ook wel ouders die wel empathisch reageren op hun kind, met rustige aandacht en een vriendelijke stem het kind geruststellen. Uitgaan van wat hun kind nodig heeft. De pijn niet ontkennen, maar er ook geen extra nadruk op leggen.
Het is ook wetenschappelijk aangetoond, dat liefdevolle aanraking werkelijk pijn verzacht. Belangrijk is wel dat ouders niet van streek raken of ongerust zijn om de reactie van het kind, maar kalmte uitstralen. Een gestreste ouder kan bepaalde zenuwen bij het kind prikkelen, waardoor het daadwerkelijk meer pijn ervaart. Kinderen reageren ook op de emoties van hun ouders en van een heftige reactie kan het kind nog meer overstuur raken. Het gelooft dan dat er iets heel ergs is gebeurd. Wanneer ouders de rust zelve blijven en de indruk wekken dat ze de situatie onder controle hebben, dan zal dat het kind juist geruststellen. Afleiden helpt vaak ook, bijvoorbeeld samen een liedje zingen, of een prentenboekje lezen. Bij kinderen vanaf drie jaar helpt humor soms ook, bijvoorbeeld een grappig plaatje of filmpje. Belangrijk: lachen met het kind in plaats van om het kind.
Een kind dat niet hoeft te huilen, heeft waarschijnlijk ook geen behoefte aan troost, maar wil liever horen dat hij dapper/stoer is geweest. Ook een kind dat wel een beetje huilt, maar niet helemaal over de toeren raakt, vind het waarschijnlijk fijn om te horen dat hij het goed heeft gedaan.
Het blijkt ook, dat hoe minder vervelend het gebeuren is (leuk wordt het natuurlijk niet), hoe minder weerstand het kind een eventuele volgende keer heeft bij een medisch bezoek en het zal dan eerder bereid zijn mee te werken.
Tot in de jaren tachtig hebben kinderen ingrepen en zelfs operaties moeten ondergaan zonder voldoende pijnbestrijding, zeker bij 'kleine' ingrepen, zoals een besnijdenis, bij amandelen knippen en het herstellen van een liesbreuk. Weliswaar werden kinderen meestal kortstondig onder zeil gebracht, maar na het ontwaken waren pijnstillers zoals morfine niet gebruikelijk. Dit terwijl het trauma van het lijden doorgaans schadelijker is dan de bijwerkingen van de pijndemper.
Pas in de jaren tachtig kwam serieus onderzoek naar pijn bij kleine kinderen en kwam er een omwenteling. Hoofdzakelijk door de vermindering van stress en pijn, nam de kindersterfte na een operatie met een derde af. (2)
De pijndrempel bij baby's en kleine kinderen is veel lager dan bij volwassenen en oudere kinderen.
Het blijkt dat bij hen wel de zenuwen zijn aangelegd om pijn te kunnen voelen (wat bedoeld is als een alarmsysteem), maar dat zij in tegenstelling tot oudere kinderen en volwassenen geen mechanisme hebben om de stress en pijn af te remmen. Hun hersenen zijn daar nog niet rijp genoeg voor. Oudere kinderen en volwassenen kunnen pijn beter 'relativeren'. Zij kunnen het verbijten, maar blijken het ook daadwerkelijk minder intens te waar te nemen.
Het blijkt dat kinderen die als baby geopereerd zijn veel heftiger reageren op een vaccinatie dan kinderen die niet geopereerd waren. (3) Dat laat zien dat baby's pijnlijke ingrepen wel degelijk kunnen 'onthouden'. De kinderen die een operatie hadden gehad met verdoving, reageerden weer minder heftig op een prik, dan kinderen die onverdoofd zijn geopereerd.
Dat het traumatisch is om zonder verdoving geopereerd te worden, zeker als baby, kunnen de meeste mensen wel begrijpen. Maar ook de gevoeligheid voor pijn lijkt sterker bij kinderen met dergelijke traumatische ervaringen. Het alarm is te 'scherp' afgesteld.
Veel mensen die als baby of klein kind intense pijn hebben moeten doorstaan, zijn gevoeliger voor verslaving om zichzelf te verdoven. Ook speelt er vaak hersenschade mee, omdat de destijds prille hersens de stress en pijnprikkels niet konden verwerken. Wat een kind meemaakt hakt erop in. De hersenen ontwikkelen zich ook door ervaring. Hevige, langdurige stress heeft ook een remmend effect op de neurologische ontwikkeling en kan zelfs neuronen doen knappen, terwijl positieve ervaringen als gedragen worden en samen praten of lachen helpen bij het aanleggen van nieuwe verbindingen.
Veel te vroeg geboren kinderen moeten dagelijks pijnlijke ervaringen ondergaan, zoals bloedprikken, infuus inbrengen en maagsonde plaatsen. Baby's die pijn hebben ademen vaak minder goed, waardoor ze te weinig zuurstof kunnen krijgen en gaan verkrampen. Veel baby's krijgen een fopspeen, om de pijn te onderdrukken.
Liefdevolle aanraking (gedragen worden) is echter een effectievere pijnstiller, omdat het kind koestering en liefde ervaart. Lichaamscontact helpt ook bij het aanleggen van hersenverbindingen en het aanmaken van 'gelukshormomen', wat de pijn verzacht. Bij premature baby's is het zogeheten kangeroeën (dus buidelen) een manier om stress en pijn te verminderen en ook een veilige band te bevorderen. (4) De baby zoveel mogelijk dragen, het liefst op de blote huid, vergroot zelfs zijn overlevingskansen, omdat lichaamscontact essentieel is voor de gezondheid en de (hersen)ontwikkeling van het kind.
Bovendien komt de borstvoeding makkelijker op gang, omdat het lichaam van de moeder wordt geprikkeld om melk aan te maken. Gebuidelde prematuren groeien beter, hebben een sterker immuunsysteem, een gelijkmatigere ademhaling en hartslag, ervaren minder pijn en verkeren vaker in rustige alertheid, in vergelijking met prematuren die dit lichaamscontact moeten ontberen. Lichaamscontact kan het leven van een premature baby redden!
Een fopspeen kan nooit lichaamscontact vervangen. Ook bij op tijd geboren baby's en jonge kinderen heeft liefdevolle aanraking waarschijnlijk (bij een medische in greep) een pijnstillend effect.
Een goed (ontwikkeld) stel hersens zorgt niet alleen voor een beter ontwikkeld kind, maar ook voor psychische veerkracht, die het hard nodig zal hebben om de uitdagingen in het leven het hoofd te bieden.
Alle reden dus om zorgvuldig om te springen met ingrepen bij baby's en kinderen. Niet alleen vanuit ethisch opzicht, maar ook psychologisch en medisch.
(1) https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.821867237.html/-verraden-door-mammie---verstoorde-symbiose--ontredderde-babies/
(2) http://www.erasmusmc.nl/5663/177341/211028/1283735/1283763/pag._18-19_Effect_pijn_op_l1.pdf
(3) http://www.volkskrant.nl/archief/vroege-pijn-is-latere-onrust~a415544/
(4) https://www.borstvoeding.com/artikelen/kindjeaandeborst/kraamtijd/huidcontact.html