EU #1 - Ondemocratisch monster
Onder de bevolking die de EU rijk is, heersen relatief veel anti-EU-sentimenten. Je kunt dat zien aan de uitslag van het Brexit-referendum en polls onder de respectievelijke bevolkingen van de verschillende landen die zich aangesloten hebben bij de Europese Unie. In een (korte) serie van columns wil ik mijn licht laten schijnen op de mogelijke redenen daarvan. Dit is het eerste deel.
Ondanks dat de EU officieel democratisch is, wordt er vaak gezegd dat de EU absoluut niet democratisch is. Voor beide standpunten valt wat te zeggen. Ten eerste zijn er eens in de vijf jaar verkiezingen voor het Europees Parlement. Je kiest hier voor parlementariërs uit de nationale partijen. De nationale partijen vormen weer groepen in het Europees Parlement. Het Europees Parlement heeft op de meeste beleidsterreinen medebeslissingsbevoegdheid.
Dat delen ze met de Raad van Ministers, die ook beslissen over de terreinen waarop het Europees Parlement niet bevoegd is. In de Raad wordt elk land vertegenwoordigd door de minister die op dat beleidsterrein verantwoordelijk is. Dus voor Financiën wordt de minister van Financiën gestuurd, bijvoorbeeld. Op deze manier heeft elk land voor zich een beetje invloed op het beleid, maar vooral bij stemmingen waar unanimiteit vereist is, hoewel dat niet vaak voor komt.
Daarnaast bestaat de Europese Commissie. De Europese Commissie bestaat uit 28 Eurocommissarissen die enkel de EU mogen behartigen en geen individuele landen op zich, in tegenstelling tot de eerdergenoemde organen. Zij is ook als enige bevoegd om wetsvoorstellen te doen, waarna die voorstellen bij het Europarlement en de Raad komen. Naast het indienen van wetsvoorstellen is zij verantwoordelijk voor de handhaving van de regelgeving, de uitvoerende macht, het beheer van de begroting en zij brengt tot slot adviezen en aanbevelingen aan andere organen uit. Een Eurocommissaris word je niet zomaar. Hij of zij moet voorgedragen worden door de Raad van Ministers en daarna goedgekeurd worden door het Europees Parlement.
Dit is slechts een heel globale beschrijving van de democratie binnen de Europese Unie. Je zou de invloed door lobbyen er nog bij kunnen halen, de middelen om een onderwerp op de agenda te krijgen en nog een boel andere zaken om als burger invloed uit te oefenen op het beleid. De uitspraak dat de Europese Unie per definitie ondemocratisch is, is derhalve onjuist. Echter kampt de Europese Unie wel met een democratisch tekort.
Er is een gebrek aan transparantie. Om het een en ander voor elkaar te krijgen op dit supranationale bestuur, moet er flink onderhandeld worden in de achterkamertjes. Hier heeft de bevolking geen zicht op. Bovendien is er een structureel tekort aan aandacht van de media. Of dit een vicieuze cirkel is, is de vraag, maar er wordt weinig Europa-breed discussie gevoerd over het beleid en de keuzes van de Europese Unie. Dit kan komen door gebrek aan aandacht van de media, maar gezien de resultaten van de afgelopen verkiezingen kan dit net zo goed aan de aandacht van de burger liggen. De EU probeert hier wat aan te doen met eigen televisiekanalen en trainingen voor journalisten, maar daar komt alleen een positieve pro-EU boodschap uit voort.
De hele opzet van de democratie binnen de EU is ook niet erg transparant. Wij kiezen onze nationale regering, die leveren ministers die dus ook in de raad terecht komen. Die ministers kiezen weer mensen die in de Commissie moeten komen. Daarnaast stemmen wij tijdens de verkiezingen voor het Europarlement op nationale partijen, die weer groepen vormen, die op hun beurt de kandidaten, aangedragen door de Raad, beoordelen. Voor elke laag waar dat doorheen moet, worden concessies gemaakt en de stem van de burger kan dus heel anders uitpakken in de bovenste laag als wat hij eigenlijk wilde.
Doordat het Europees Parlement niet op alle beleidsterreinen beslissingsbevoegdheid heeft, kan zij niet overal de parlementaire controle op uitoefenen. Alhoewel het dan alsnog beoordeeld moet worden door de Raad, is het niet geheel democratisch. Daarnaast heeft het Parlement geen bevoegdheid om op de praktische zaken bij het invoeren van de wet, uitgevoerd door de Commissie, controle uit te oefenen, wat ook een inperking is van de parlementaire democratie.
Kortom, op de vraag of de Europese Unie democratisch is, is niet met een oneliner te reageren. De Europese Unie is namelijk officieel democratisch, maar mist essentiële onderdelen waardoor het daadwerkelijk democratisch aanvoelt. Er is een algeheel gebrek aan transparantie en aan aandacht. Daarnaast zijn er daadwerkelijk onderdelen, zoals de beperkte macht van het Europees Parlement, die de democratie aantasten.