All I want for Christmas is you
Kerstmis zou een feest van liefde, verbondenheid, hoop en vrede zijn. Maar kennelijk niet voor dieren. Alleen al met Kerst eet de Nederlandse bevolking naar schatting 2.6 miljoen eens levende wezens.
De meeste daarvan leven op elkaar gepakt. Er is veel stress, en veel dieren krijgen wonden of infecties door de smerige en slecht geventileerde omgeving. Van stress en verveling gaan ze elkaar pikken of bijten.
Ook het transport is een lijdensweg en de slacht gaat gepaard met veel angst, stress en geweld.
Wie kent niet het lied Flappie, van Youp van het Hek?
Toen hij een jongen was, verdween zijn konijn. Het was eerste Kerstdag.
‘Ik had het hok toch goed dichtgedaan? Ik had heel lang voor het hok gestaan, alsof ik wist wat ik nu weet.’
Niemand wist waar Flappie uithing. Vader zocht gewoon mee!
Tot aan het Kerstdiner. Youp kreeg geen hap door zijn keel.
Met het hoofdgerecht werd het konijn opgediend, op een zilveren schaal.
“Hier is Flappie dan!”, zei vader doodleuk.
‘Voor het eerst zag ik vader als een vreselijke man!’
Een traditioneel Kerstdiner telde kennelijk zwaarder dan de liefde tussen een kind en een dier.
Een klasgenoot van mij maakte ook zoiets mee met haar konijnen.
Youp weet de vinger op de zere plek te leggen.
Veel mensen geloven dat ze 'wild' eten. Dat de dieren in de vrije natuur rond hebben gelopen. Helaas, Konijnen, die veel worden gegeten met Kerst, leven in krappe, draadgazen kooien. Het zijn zachte, intelligente en sociale dieren. Met elf weken worden ze geslacht. Een op de vijf haalt die leeftijd niet eens. Er liggen dode dieren tussen hun soortgenoten. In het wild kunnen ze wel negen jaar worden, als ze naar believen kunnen huppelen, rennen, gangen graven en aan gras, wortels en sla knabbelen. Zij leven in groepen en hebben een heuse samenleving.
Als we massaal zouden kiezen voor een vegetarisch diner? Dat kan minstens even smakelijk en feestelijk zijn en ziet er interessanter en creatiever uit. Ook is het een gebaar van werkelijke vrede. Als we toch verslaafd zijn aan ons stukje vlees, kunnen we kiezen voor biologisch of vrije uitloop. Minder ‘waar’ voor ons geld, maar van veel betere kwaliteit. (Voor mijn katten verreweg de beste optie.) Deze dieren hebben buiten kunnen rennen en rondlopen in het gras en hun natuurlijke, soorteigen gedrag kunnen uiten. Hun kostje konden ze bij elkaar scharrelen. Deze dieren zijn sterk, gezond en veerkrachtig naast de soortgenoten uit de bio-industrie. Varkens die in de openlucht door de modder kunnen rollen, lijken te glimlachen, terwijl varkens in een kleine kooit, triest kijken. Ook biologisch gehouden dieren komen vroeg aan hun eind, maar zij hebben tenminste geleefd.