Amsterdam of toch 020?

De oplettende lezer weet dat ik in Amsterdam woon. Voor Nederlandse begrippen klinkt dat sexy, in Amsterdam wonen, misschien zelfs avontuurlijk. Een avondje stappen, of beter: een poging tot stappen, leert dat de praktijk weerbarstiger is.

Vrijdag 21 december 2012. Samen met collega's wil ik een goed jaar afsluiten. Lekker eten om daarna door te zakken. Het eerste deel van dit tamelijk eenvoudige scenario is niet zo lastig met succes te doorlopen. Het tweede deel - dáár stranden de goede bedoelingen.

We begonnen met De Kring, een besloten vereniging voor de zogenaamde intellectuelen van de stad. Schrijvers, TV-makers, wat vrije-beroepbeoefenaars. In het weekend wordt het deels omgetoverd tot Club-Up. Een verschil van dag en nacht. Jekyll en Hyde. Zelfbenoemde Amsterdamse upperclass versus Purmerend dat de stad aandoet. Dit zeg ik zonder een spoortje dédain; het is zoals het is.

Hoe dan ook: we kwamen er niet in.

Kennelijk was de ingang op het Leidseplein (ja echt, daar zit het, klein deurtje naast Palladium) deze avond voorbehouden aan leden. Prima, dachten wij toen nog opgewekt, we lopen wel een ommetje, dan pakken we de achteringang. En jawel: we waren welkom. Nou ja, welkom, we mochten onze weg naar binnen kopen maar van dat aanbod maakten we graag gebruik. Eenmaal binnen weet je pas waar je net geld voor hebt neergelegd. Bagger. Ongelooflijke kutmuziek. Lekker subjectief, hoor ik je denken, en zo is het in de regel ook. Maar dit betrof toevallig juist die ene uitzondering die die regel bevestigt. Communicatie was nog onmogelijker dan voeten van de vloer, zo hard en a-ritmisch was de muziek. Pardon: waren de geluiden. Muziek mag je het niet noemen. Er kwam gekraak uit de boxen, die maximaal getest werden op hun wattage, en gebonk. Niet duidelijk was of de boxen het reeds begeven hadden of dat de DJ (God neme zijn ziel) on track was.

Opsteker: bier bestellen lukte. Er stond geen hond aan de bar, die waren allemaal met de staart tussen de benen gevlucht. Drie slokken bier en wij volgden dit voorbeeld. Ik mompelde 'snel verdiend' tegen de doorbitch die daarop vroeg of ik een alternatief had voor experimentele hiphop. 'Alternatief is goed', antwoordde ik, 'maar dit was iets te alternatief voor ons'.

Om geen enkel risico meer te lopen ten aanzien van de muziekkeuze, besloten we naar de Bubbles te gaan. Daar verandert de muziek iedere 30 seconden (dit is geen lamme poging tot literaire overdrijving) dus voor elk wat wils, dat kan niet missen. 'Is deze tent niet voor verlate pubers?', sputterde een collega. 'Precies!'

Hoe dan ook: we kwamen er niet in.

Eén van ons bleek te veel gedronken te hebben. Althans, dat vond de uitsmijter die net besloten had dat er wat actie in zijn leven moest komen. 'Hoor hem praten', motiveerde hij zijn beslissing. Hiermee bedoelde hij dat de collega niet meer goed uit zijn woorden kwam. Of juist iets te rap van de tongriem gesneden was; het werd ons ondanks een vriendelijk verzoek daartoe niet uitgelegd.

Jimmy Whoo! Een rij tot aan de MacDo.
Paradiso dan? Een rij tot aan de MacApple.
Lux, Weber, Holland Casino, iets, ergens???

Bastille! Bekend van Kluun, die daar nog wel eens een doorrookte, drooggevallen, alleenstaande moeder uit de provincie vandaan trok om zijn ego een poetsbeurt te geven. Denk 'Bloed, zweet en tranen' maar dan aangevuld met kroegsmeer, bier en rook. Ooit nam ik me heilig voor dit stinkhol definitief links te laten liggen maar na en reeks van bittere decepties, kon ik het me ook nog wel permitteren een principe overboord te gooien.

Hoe dan ook: we kwamen erin.

De rook sloeg op mijn longen terwijl ik me vertwijfeld afvroeg we ooit een bestelling zouden kunnen plaatsen. De tent was ramvol. We formuleerden een doel - als we eenmaal aan de andere kant van de bar zouden belanden, dan konden we rustig het ontnuchteringsproces een halt toe roepen. We aanvaarden de lange reis maar halverwege versplinterde de groep. Voelde ik daar nou twee handen tegelijk op mijn billen?, dat kon geen toeval zijn. Prima, dacht ik manmoedig, eenmaal in de Bastille, ben je onderdeel van de vleesmarkt en -keuring, nou niet piepen. Getver, wat wil dit lijk van me?, dacht ik vervolgens. Tongen, zo bleek.

Hoe dan ook: einde avond. Volgende keer op avontuur in 010.