Ik ga scheiden (6)

De terugkeer.

Markus werd 13 op dinsdag en Jan zou vastzitten tot vrijdag. Hij had mij opgebeld of ik de officier van justitie kon bellen. Hij wilde bij de verjaardag van zijn zoon zijn. Ik zei hem dat ik niet zou bellen omdat ik het beter vond dat hij even nadacht in de cel. Ik ben nog nooit zo door hem bedreigd als toen.

"Luister schat, jij belt die gasten van justitie op of je zult nog wat beleven als ik vrijkom."
"Wat ga je met mij doen wat je al niet gedaan hebt?" vroeg ik hem koel.
"Vermoorden? Ik maak je koud."
Mijn adem stokte. Ik voelde een kriebel in mijn maag die overging naar intens jeuken.
"Dat is een goede reden de sloten te vervangen, Jan. Dan kom jij er niet meer in", zei ik nog dapper.
"Denk je nu werkelijk dat je mij kunt tegenhouden met deuren en sloten? En als ik dat politievriendje zie, dan gaat hij er ook aan!"
Ik hing op. De telefoon ging nog vijf keer, onophoudelijk. Ik voelde zijn woede letterlijk en wat was ik blij dat hij achter tralies zat.

Ik vond Jan Willem een lullige naam en nam de vrijheid hem JW te noemen. Hij leek nergens mee te zitten. Ik had hem hard en bijna meedogenloos gezien en zijn zachte kant, via mij. En toch was het mijn type niet. Hij rook niet lekker, maar ook niet vies. Een man zonder geur is een man zonder kleur zei ik vroeger altijd tegen mijn vriendinnen. Aan zijn lichaam was niets aan te merken, sportief en krachtig. Zijn kop, zo'n zachte boerenkop met harde gelaatstrekken. Lichtblond haar, keurig geknipt, er liepen miljoenen mannen rond met hetzelfde kapsel. Zo'n neus die er later pas opgezet was, alsof ze de juiste niet konden vinden. Hij paste niet bij zijn gezicht. Ik mijmer over hem door juist omdat hij zo veel voor mij begon te betekenen maar dan vooral met betrekking tot mijn veiligheid en die van de kinderen.

Soms voelde ik mij verschrikkelijk alleen met veel mensen om mij heen. Hoe meer mensen zich ertegen aan gingen bemoeien hoe meer ik ging twijfelen. Twijfelen of ik het nog een keer met Jan zou proberen. Hij was geen slechte man. Zijn ouders hadden hem stelselmatig mishandeld, zowel lichamelijk als geestelijk. Zijn eigen kinderen, Markus en Ilse, sloeg hij nooit, alleen mij. Ik maakte iets in hem los dat als een rode lap op een stier werkte. Ik wist niet wat. Als ik dat zou weten, zou dat ons huwelijk redden. Inmiddels begon Jeugdzorg zich ook te bemoeien met ons gezin. Twee vrouwen kwamen bijna iedere week langs om de boel te peilen. Ik kon ze makkelijk van mij af houden. Ze waren beiden niet erg sterk in het doorzien van echte feiten.

Het was donderdagavond. Ik belde JW op om te vragen of hij morgen in de buurt wilde zijn wanneer Jan thuis zou komen. Hij zou een straat verder in zijn auto wachten. Het was niet nodig. Jan leek een andere man. Bij binnenkomst al, hij zoende mij op beide wangen. Ik stond het toe.

Ik zette koffie. Hij bleef mij in mijn ogen kijken terwijl hij op de bank ging zitten.
"Ben je Onze Lieve Heer tegengekomen in de cel?" Hij lachte en rook lekker. Hij had ook nieuwe kleren aan. Zijn stijl was van ‘het boeit mij geen reet' naar ‘ik vind het belangrijk goed gekleed te zijn' gegaan. Wel een heel andere Jan. Vooral dat luchtje kende ik niet van hem. Het was heel gek, maar kriebelde in mijn onderbuik.
"Nee, maar ik heb heel goede gesprekken gehad met de psychologe daar. Merel heet ze."
"Haar achternaam?"
"Die ben ik even vergeten. Ze zei mij dat als ik zo doorga, dat ik dan de kinderen en jou kwijtraak."
Ik wilde haar op het internet opzoeken. Ik vertrouwde Jan al een tijdje niet meer.
"En daar was je nog niet eerder achtergekomen?"
Ik besefte dat ik mij op glad ijs bewoog. Ik kreeg een sms van JW. Hij schreef of het oké was. Dat was het volgens mij. Hij zou dan verder gaan met zijn werk.
"Soms heb je een harde leerschool nodig. Opgesloten zitten heeft wat mij betreft een heilzame werking op mij gehad. Vanaf nu ga ik het heel anders doen."
Hij nam een slok van zijn koffie.
"Hoe anders?"
"Kom even op de bank zitten."
"Waarom?"
"Omdat dichterbij beter is."
Hij glimlachte toen hij het zei. Ik ging naast hem zitten. Hij pakte direct mijn hand. Het voelde niet verkeerd.

"Ik heb het echt verziekt. Ik had je nooit mogen slaan, ik zal dat ook nooit meer doen. Ik ga door met therapie."
Plotseling zaten zijn lippen op die van mij. Ik snap nog steeds niet hoe dit zo snel kon gebeuren. Alsof mijn denken even werd uitgeschakeld. Ik voelde zijn hand tussen mijn benen. Iets schreeuwde in mijn hoofd. Maar het waren geen begrijpelijke woorden. Zijn vingers gleden over mijn slip. Ik sidderde, kon bijna direct klaarkomen. Ik sloot mijn benen maar er was geen houden aan. Ik was verloren, of hadden wij gewonnen?

De volgende ochtend. We lagen in ons eigen bed. Ik keek naar het plafond, al uren. Ik had dit absoluut niet voor mogelijk gehouden. Als je mij dit een uur voor Jans vrijlating gevraagd had, zou ik misselijk geworden zijn bij de gedachte. Jan sliep diep. We hadden het vier keer gedaan. Het was woest en geil. Nog nooit had hij zo geneukt, en ik ook niet. Ik besefte dat onze geilheid bij ons beiden een hoofdrol had gekregen. Ik voelde zelfs pijn aan de onderkant, het was gewoon beurs. Soms kun je niet anders. Maar mijn god wat wist ik dat dit fout was.