Vroeger was het ook kut
Inmiddels ben ik zelf ook alweer vijf- en veertig en mag ik mezelf heel beslist middelbaar noemen. Steeds vaker betrap ik mezelf op echte ouwe-lullen-praat. Daarin ga ik niet zelden mee in het gangbare gemijmer over vroeger, toen alles beter was. Over het gebrek aan respect en het asociale gedrag in de publieke ruimten. Een enigszins geromaniseerd beeld vanuit mijn eigen jeugd. Met natuurlijk mijn vraagtekens bij alle moderne ontwikkelingen op het gebied van media en sociale media. Vroeger was alles beter!
Is dat wel zo? Ik ervaar veel zaken natuurlijk niet veel anders dan de veertigers, in de tijd dat ik nog kind en puber was. Die hadden net zo'n moeite om nieuwe ontwikkelingen bij te benen en te accepteren. Ieder mens bouwt tijdens het volwassen worden een referentiekader op, waar de rest van het leven, de hele omgeving langs af wordt gemeten. Sommigen zijn dan van nature wat toleranter, terwijl anderen juist een absoluut wantrouwen ontwikkelen tegenover alles wat nieuw is. Goed beschouwd is het dus een behoorlijk menselijk trekje, waar ik ook weleens last van heb.
Mijn jeugd en die van mijn ouders lagen behoorlijk ver uit elkaar. Beiden groeiden op tijdens de Tweede Wereldoorlog en hun pubertijd speelde in de naoorlogse tijd van de wederopbouw. Ieder vergelijk gaat dus bij voorbaat al niet op.
Geen wonder dat de generatie van mijn ouders moeite had met mijn generatie. Ik groeide op in een Nederland dat al was opgebouwd. Er was geen honger. Er was geen vijandige bezetter. Naar school gaan en jezelf na school vermaken, waren de enige bezigheden.
Nu kijken wij naar onze eigen jongeren. Men is ongerust over de moderne media en de virtuele netwerken, die de jeugd steeds asocialer en zelfzuchtiger lijken te maken. Jongeren lijken compleet van de wereld/ Als ze in de trein of bus zitten te sms-en, te bellen, het internet checken of via de oordopjes muziek beluisteren en verder niets meer waarnemen.
Is dit nu werkelijk anders dan vroeger? Ik herinner me echt geen uitgebreide discussies en geweldige sociale contacten in de bus of trein, in mijn jeugd. Er waren geen hele bussen, die spontaan in samenzang uitbraken. Velen lazen gewoon een krantje of een boek. Een enkeling was nog aan het studeren op het komende proefwerk. Een enkel groepje van twee of drie mensen zat met elkaar te keuvelen. Anderen keken, bij gebrek aan beter, wezenloos en/of sacherijnig uit het raam. Ook toen was er de discussie over opstaan voor ouderen. En die eerste walkmans stonden ook altijd veel te hard.
Nee dus. In mijn jeugd was het openbaar vervoer in ieder geval niet bepaald het walhalla van sociale contacten en maatschappelijke cohesie. Ik zou haast zeggen dat je tegenwoordig vaker iemand ziet glimlachen, in reactie op een leuke mail of sms. Het is anders. Maar zeker niet meer of minder sociaal.
Vroeger was alles beter? Ik behoorde niet bepaald tot de populairste gasten. Ik heb eenzaamheid gekend. Mijn jeugd was geregeld kut. Met zeven mensen in één huis, had ik geen privacy. En binnen al die gemiddelde problemen, die iedere puber doormaakt, had ik enkel de bibliotheek als vlucht. Of sowieso in mijn eentje de deur uit, om een beetje tijd alleen te hebben.
Nee dus. Mij bevalt het nu eigenlijk best wel.
Vroeger was alles beter! Wanneer dan? In de Tweede Wereldoorlog? De hongerwinter? Vietnam in de jaren zestig en zeventig? Cambodja? Achter een Ijzeren Gordijn? De doden die vielen bij studentenprotesten? Het klassenverschil, dat in Nederland nog maar amper veertig jaar terug nog heerste?
Alsof de ellende die we tegenwoordig om ons heen zien, vroeger nooit heeft bestaan!
O ja. Om mijn verhaal te complementeren. De jeugd van tegenwoordig!
Vervlogen jeugd wordt vaak geïdealiseerd tot een mooi droombeeld. In de vergelijkingen met dat beeld, komt de laatste groep jeugd er altijd beroerd vanaf. En dat komt natuurlijk door het, door mij eerder genoemde, eigen referentiekader.
Maar was het allemaal zo ideaal? Als het allemaal zo goed was, zou iedere ouwe hippie nog steeds blowend in een commune wonen. Dan zou een ouwe nozem nog steeds in een leren jack op een Puch rond scheuren. Dan zouden de eerste punkers nog voldoende reden hebben om tegen een overheid aan te schoppen. Alles en iedereen die ooit in een mars tegen de neutronenbom meeliep, zou nu ook voor een veelvoud aan redenen de straat op kunnen. En ik zou trouwens nog steeds met een matje in mijn nek rondlopen!
Maar blijkbaar hebben alle fossielen als ik ooit gedacht: “Nu is het wel mooi geweest. Nu gaan we verder gewoon normaal doen.” En daarmee sloten we die o zo ideale jeugd toch allemaal een keertje af.
De jeugd van tegenwoordig lijkt in de ogen van velen vaak ontspoord. Ook in mijn ogen. Toch geloof ik dat het allemaal wel weer goed komt. Die lui moeten ook allemaal een keer gaan werken. Brood op de plank krijgen. Een hypotheek betalen. Kinderen opvoeden.
Dan stoppen ze vanzelf met de grootste onzin. Net zoals wij dat ook ooit deden.
Ten slotte. De jeugd en het internet en de mobiele telefonie. Ik geef de hype nog een jaar of twee. Dan is de lol er weer vanaf. Ik herinner me nog volksstammen, die aan de Rubic's Cube gingen. Half Nederland aan het 27 MC bakkie. Ter Land Ter Zee En In De Lucht was ooit een populaire serie!
Alles stopt ooit een keertje.