Met jou wil ik honderd worden

"Met jou wil ik honderd worden." Het is mij eenmaal overkomen dat iemand dat tegen me zei. Ik schrok me de tyfus. "Eh, dank je. Maar eh, één avond met jou en ik voel me al honderd…."
Ik heb haar nooit meer gezien.
Ik vond het allang best. Ik word in mijn eentje wel honderd, bedacht ik heel flink. En voelde me hierin gesterkt door het meesterwerk van Gabriel Garcia Marquez. 'Honderd jaar eenzaamheid' heet dat boek. Maar aangezien je op de eerste vijfendertig pagina's van dat boek al kennis maakt met zo'n tweehonderd personages, valt het met die eenzaamheid best mee.
Marquez is dus zo'n typisch Zuid-Amerikaanse aansteller…

Totdat ik me realiseerde wat voor diepere betekenis zo'n ontboezeming heeft. 'Met jou wil ik honderd worden…' Dat klinkt allemaal veel romantischer dan het feitelijk is. IJverig als ik ben als ik een dubbele bodem in een bewering vermoed, ben ik eens uitgebreid in wat autopsiedossiers gedoken. Daar heb ik redelijk toegang toe, aangezien ik beroepshalve met mensen optrek op wie eigenlijk terstond sectie zou moeten worden verricht. Maar dit terzijde.

Het eerste dossier dat ik opsloeg, betrof een grijsaard die op zijn 79ste was getrouwd met een grietje van net twintig. Drie dagen na zijn tachtigste verjaardag bezweek deze ijzervreter aan de gevolgen van het consumeren van zijn verjaardagscadeau: een bungyjump. Zijn hersenen waren dwars door zijn fontanellen geschoten.

Het volgende dossier dat ik bestudeerde ging over een man die op zijn 57ste verjaardag met zijn 43-jarige vriendin experimenteerde met wurgsex. Hangend met je nek door een strop of gewoon met je stropdas flink aangetrokken, produceert de hypofyse een dermate abnormale hoeveelheid testosteron dat je in staat bent om de aan de MKZ-crisis verloren gegane generatie runderen in een keer te vervangen. Dat wil zeggen mocht je er de perverse voorkeur aan geven je genot te beleven aan het hebben van vleseljke gemeenschap met slachtvee.
Het bij genoemde man aangebrachte postbode-elastiek zat zo strak, dat het na zijn verstikking niet meer kon worden verwijderd, zodat hij door zijn collega's van de posterijen uiteindelijk als postpakket ter aarde moest worden besteld.

Dossier nummer drie leerde dat je moet oppassen met het verzamelen van postzegels. Op zijn verjaardag had een 63-jarige filatelist van zijn 37-jarige verloofde een bijzonder setje scherpgesneden driehoekige Japanse postzegels gekregen. De man had met zijn pincet een stapeltje van veertien van deze zegels net ter nadere bestudering ter ooghoogte gebracht, toen zijn aanstaande bruid hem van achteren een onstuimige zuigzoen op zijn kalende schedel gaf. De zegels, later terug gevonden ter hoogte van de kleine hersenen, konden worden gered. De man niet.

Het laatste dossier dat ik las, ging over een gepensioneerde 74-jarige meesterkok. Ter gelegenheid van zijn verjaardag mocht de chef in de keuken iets heel exclusiefs klaarmaken: zijn ondeugende 26-jarige vriend. De oude baas raakte dermate opgewonden, dat hij in een moment van onachtzaamheid achterover naast een drietal opengebarsten kroketten in het vet viel en op weinig culinaire wijze voor tweederde werd gefrituurd. De broodjes op zijn begrafenis kregen van Michelin drie sterren.

In alle gevallen hield de partner zich aan de belofte: 'met jou wil ik honderd worden'.

Maar dan ook geen dag meer

© Karel Kanits