De Heer heeft vreemde kostgangers
Vorige week had de neurotische buurvrouw van vier huizen verderop me uitgenodigd om samen met haar ergens iets te gaan drinken. Omdat ik slecht nee kan zeggen, had ik er in toegestemd. Het idee had me al een aantal slechte nachten bezorgd.
Gisterenavond om klokslag half acht werd er aangebeld en zoals verwacht was het de buurvrouw, die voor de deur stond. Ik schoot mijn jas aan en volgde haar gedwee naar haar auto. Ze wilde graag naar The Fox in Voorburg en ik vond het allang best. Als het maar niet te lang zou gaan duren, want anders zou ik aan het eind van de avond alle ontbrekende, en dat konden er nooit veel meer zijn, details van haar saaie leven kennen.
De afgelopen jaren liep de buurvrouw de deur plat bij mij en vaak kwam ze met de meest uiteenlopende smoezen op de koffie. Al snel was ik erachter, dat ze nogal verkikkerd op me was. Een genoegen wat niet wederzijds was en dat zelfs dan nog met de week verder afnam. Na verloop van tijd ben ik dan ook steeds schuwer geworden, op de momenten dat ik thuis was.
Ik blindeerde een aantal ramen, zodat ze vanaf de voordeur niet kon zien, wanneer ik thuis was. Ooit genoot ik van het uitzicht vanuit mijn huiskamer, waarbij de pui goeddeels uit glas bestaat en dat deed ik dag en nacht. Nu hangen er zware gordijnen, die, mits goed gesloten, geen streepje licht doorlaten. Mijn kosten voor de elektriciteit zijn enorm gestegen, maar het is het me meer dan waard geweest, want haar avondlijke bezoekjes gingen in evenredige mate omlaag.
Omdat ik mijn jongste zoon opgedragen had om, wanneer ik thuis was, muisstil te zijn, is hij na verloop van tijd bij zijn oudste broer ingetrokken. Toen ik vorige week vertelde, dat de buurvrouw ging verhuizen, dat is namelijk de aanleiding geweest voor de uitnodiging van gisterenavond, sprong hij een gat in de lucht. Het komend weekend komt hij weer hier wonen en wordt alles weer normaal.
In The Fox vroeg ze me wat ik wilde drinken. Omdat ik met haar meegereden was, hoefde ik me niet als een regelrechte BOB te gedragen en daarom vroeg ik om een ‘Leffe Blonde’. Zij bestelde voor zichzelf thee en terwijl het water opgewarmd werd, kreeg ze een houten kistje met allerhande soorten voor haar, niet bepaald kleine, neus gezet. Ik verbaasde me over de snelheid waarmee ze rap van elk soort 1 zakje uit de doos griste. Met plaatsvervangende schaamte zag ik ze vervolgens allemaal in haar handtas verdwijnen. Vervolgens pakte ze een nieuw zakje en glimlachte minzaam tegen de juffrouw die mij mijn bier bracht en haar een glas met heet water.
Ik besloot het voorval te negeren en begon ongeveinsd enthousiast over haar aanstaande verhuizing. "Ja, ik werk in Noordwijk en daar woont mijn zoon. Ik trek voor minimaal drie jaar bij hem in en heb het appartement aan een Duitser verhuurd. Ik heb hem wel op het hart gedrukt, dat hij alleen moet blijven en absoluut geen vrouwelijk bezoek mag ontvangen. Aan de huismeester heb ik gevraagd, of hij daar op toe wil zien en ook, dat mijn planten water krijgen en de ramen van binnen en van buiten maandelijks schoongemaakt worden."
Ik hoorde haar zwijgend aan en knikte af en toe instemmend. Het was maar goed, dat ze geen gedachten lezen kon. Geen wonder, dat haar eigen man er jaren geleden voor gekozen had om het tijdelijke voor het eeuwige te verwisselen met een uit de hand gelopen en in eerste instantie gesimuleerde hartaanval.
Mijn verbazing werd zelfs nog groter, toen ze een thermosfles uit haar tas opdiepte en haar glas opnieuw vol schonk met warm water. Ze gebruikte het zakje van haar eerste kop, om wederom een glas vol thee te fabriceren. Toen ze mijn blik zag, haastte ze zich om uitleg te geven. "Die lui verdienen zich helemaal scheel aan die thee. Ik betaal € 1,50 voor een kopje en dat is dan opgewarmd water en een zakje van hooguit 10 eurocent. En die Leffe van jou is al duur genoeg."
Toen ze vroeg of ik nog wat wilde drinken, aarzelde ik of ik zou zeggen "nee, ik pis mijn glas zelf wel weer vol en vraag of ze hem nog even in de koelkast zetten." In plaats daarvan weigerde ik beleefd. Toen ze haar thee op had, rekende ze af. Tot mijn grote opluchting was de marteling voorbij en kon ik weer naar huis. Toen ze zich bij de voordeur bijna langs me heen drong, wimpelde ik haar af met de mededeling, dat ik nog even iets aan mijn werk moest doen.
Ik betwijfel nu, of ze wel zo verkikkerd op me was. Koffie drinken bij de buurman, spaart natuurlijk het nodige aan geld uit.