Ode aan haar anus

In plaats van: “haar” in de titel, had er beter “de” kunnen staan,
maar je hoeft geen marketinggoeroe te zijn om te snappen dat  “haar”  beter scoort.
Misschien vermoed je al dat dit een banaal, kinderachtig en ongenuanceerd stuk over de anus wordt,
geschreven door een amateur die de definitie van een column wel heel ruim neemt en die aandacht krijgt,
enkel en alleen, vanwege de klikgevoelige titel waaronder een eerste, veel te lange zin pronkt.
In dat geval heb ik een goed bericht voor je.
 
Zoals een oldtimer-fan vol passie kan schrijven over de roestige uitlaat van een klassieke Ford Mustang en het warme,
nostalgische gevoel wat dat bij hem teweeg brengt, zo ervaar ik dat bij ons eigen ploffertje.
De laatste tijd dwingt hij mij bijna om hem in een poëtisch daglicht te zetten.
Een licht wat hij gewoonlijk zo te kort komt.
Schrijven over de vlezige ananasring doe ik niet voor de fun, of om te shockeren. 
Integendeel, daar heb ik gegronde redenen voor:
  • hij wordt structureel doodgezwegen.
  • hij moet altijd de smerigste klusjes opknappen in een werkomgeving waar de Arbodienst niet eens kijkt.
  • er wordt dag in dag uit op hem gezeten door een of andere dikke romp die zich van geen kwaad bewust is.
De conclusie ligt voor handen: de anus wordt zwaar gediscrimineerd.
Zo krijg je mij dus pissig. Dan steekt mijn rechtvaardigheidsgevoel keihard de kop op.
 
Ik ken maar weinig mensen die een serieus gesprek kunnen voeren over hun anus.
Laat staan mensen die er trots op zijn. Als ik er over begin wordt er meestal eerst gelachen.
“Je bent me er eentje,” krijg ik dan te horen.
Als ik vervolgens bloedserieus vraag wat er zo grappig is, zie je ze al twijfelen 
om vervolgens met een onzekere blik aan hun schouder te krabben en weg te lopen.
Dan betreft het hier nog puur mijn naaste familie en vrienden.
De rest loopt vaak direct weg om met een minachtende blik mij achter te laten.
“Ja hallo! Jij hebt er ook gewoon een hoor!” schreeuw ik ze dan soms toe.
Ik weet heus wel dat ik daar boven moet staan, maar het frustreert mij mateloos.
De mensen die hem wel noemen, doen dat vaak in het geheim op smoezelige parkeerplaatsen of in bepaalde donkere kamers. 
Niet echt de ideale locaties om het meest ondergewaarde deel van het lichaam uit zijn stulp te krijgen. 
Ik durf zelfs te beweren dat het een van de laatste taboes in dit godvergeten land is.
Werkelijk alles wordt hier op FOK! besproken, maar over de gespierde krent lees je niets!
Het lijkt wel alsof iedereen zich voor zijn dadeltje schaamt.
  
Voor degenen die hier al wat langer rondlopen, misschien kennen jullie de Freggels nog.
Ik vond dat destijds een fantastische serie.
Op de schoolpleinen werd de titelsong al snel verbouwd tot een meer vermakelijke versie. 
Neurie je mee?
“Maak muziek en lol, stop een Freggel in je hol! Draai em drie keer rond, dan heb je Freggelstront.”
Haha, ken je em nog? Nou, ik heb dat dus gedaan.
In de Bart Smit, want de locatie van de Freggelgrot hebben ze goed geheim weten te houden.
Ik heb daar een Freggelknuffel, op ware grootte, ter plekke in m’n hol gestopt.  
Toen de huisarts mijn moeder vertelde dat ik een Freggel in mijn hol had en dat ze die toch echt operatief moesten verwijderen,
complimenteerde hij haar met de conditie van mijn anus.
Zijn exacte woorden waren: “uw zoon heeft een bijzonder flexibele anus voor zijn leeftijd.” 
Daar moest ik hem later gelijk in geven, want de week daarop, toen ik dertig werd, had ik geen centje pijn meer.
  
Sing! It’s our lucky day
Foundations shake and shiver
Rejoice and  cry a river
Cos the anus’ here to stay
 
Als ik de prachtige columns van Superworm lees en in de tweede koffiepauze over de eerste alinea’s nadenk,
dan komt onherroepelijk de gedachte in mij op: ‘mooi hoor allemaal, but what about the anus?’ Die wordt zoals gewoonlijk weer doodgezwegen. 
Ook het welbekende rating-systeem van Potjebier, wie kent het niet, doet mij denken aan de periscoop van de onderrug. 
Zijn open- en dichtgaande anusjes zie ik elke keer weer als een moedige stap in deze anusfobische maatschappij.
Een maatschappij waar de anus monddood is gemaakt. 
De eerste stap, om in alle openheid over de anus te spreken, is gezet.
Een voorzichtig begin is het geworden. 
Dus spreek erover mensen. Discussieer en vooral: vergelijk. 
De anus heeft lang genoeg in de schaduw gehangen.