Nachtzit

Vreemde lichten dansen op het water. Het heeft iets vrolijks, iets geruststellends.
Het wateroppervlak weerspiegelt een vuurwerk van op- en neergaande kleurtjes die rakelings langs elkaar heen schieten, maar elkaar nooit raken.
Een spelletje tikkertje, gespeeld door de meest behendige spelers van de zwerm.
Plotseling schieten ze alle kanten op. Het water wijkt woest uiteen en vanuit het niets werpt zich een zeedraak de lucht in.
Het oog van zijn draaikolk kijkt bewonderend naar hem op.
Met wijd opengesperde bek slokt hij drie van de lichtjes op, waardoor het licht onmiddellijk dooft.
Ze hadden geen schijn van kans.
Zo snel als hij boven kwam duikt de draak ook weer onder.
De diepte van de poel herbergt hem in stilte, tot zijn volgende jachtpartij.
Ergens voel ik medelijden. Hoe onbetekenend dat leven misschien ook lijkt.
Twijfelachtig glijdt de zwerm lichtjes weer richting het wateroppervlak.
Tot ze hun oorspronkelijke hoogte bereikt hebben en verder gaan met het spel.
Wat er zich een halve minuut geleden afspeelde, lijkt nu enkel nog een vage herinnering.
Het mijzelf gemakkelijk makend, ga ik liggen in het gras. Terwijl de sprietjes mijn huid kietelen wacht ik tot het water haar misleidende kalmte weer gevonden heeft.
Ondertussen tel ik de steeds kleiner wordende golfjes.
Aan de overkant is een stel otters begonnen met een spectaculaire show.
Hun wateracrobatiek en gekke bekken overschaduwen de zojuist gebeurde tragedie.
Met een brede glimlach sla ik hun optreden gade.
Misschien dat ze mijn waardering aanvoelen, want ze worden steeds luidruchtiger. “Otter...Otter...waaaaaterotter,” galmt het door de nacht.
De duidelijk te herkennen lokroep van een ottercabaretier is er een om nooit te vergeten.
Van alle dieren in de poel, zijn het de otters met de meeste humor. Als geboren variété-artiesten spelen ze de poel keer op keer plat.
De andere dieren in en om de poel zijn zich daar terdege van bewust en verzamelen zich rondom het otter-duo. Na een kwartier ziet het blauw van de algen, blauwe algen, karpers en diverse soorten watervogels.
Heb je wel eens een meerkoet slap zien liggen van de lach, of een school karpers massaal in een stuip zien schieten?
Voor de otters is het gesneden kost.
Vol spanning kijkt iedereen uit naar het meest populaire onderdeel van het watercabaret, terwijl ze samen met mij genieten van de show.
Na diverse hilarische acts is het zover en iedereen doet zijn of haar best om niet te lachen.
Plotseling stapt er een veel te dikke otter vol in het maanlicht.
De ingehouden spanning is bijna voelbaar.
Enkele tienerfuutmeisjes houden het niet meer en laten een nerveus gegiechel ontsnappen.
Hun oudere broer mikt behendig wat kroos tegen de hoofden. “Sssst!”
Theatraal schraapt de dikke otter zijn keel en begint...
“W...w...welkom lieeeeee...lie...ve vrienden!” zegt hij met een brede grijns.
Die zin heeft zijn impact.
Een ware orgie van gelach is het gevolg en de poel lijkt plotseling op een overvol Carré tijdens het vijfenzeventigjarig jubileum van André van Duin.
“Welkom Stotter!” wordt er in koor geschreeuwd, waarna iedereen weer dubbel ligt.
Dit belooft wat...

‘Gisteren nog zw..zwom ik een klein st.st.stukje met een brasem mee.
Op een gegeven m.m.moment zegt hij: ‘St.st.st....otter, (er wordt gegrinnikt, met name door de betreffende brasem.) hoe lang kan jij eigenlijk onder waaa..waa. water blijven?”
Dus ik antw..woord: mijn record is zes en ha.half uur.
‘Zes en half uur?’, vroeg hij mij verbaasd.
‘Ja, maar dan moet ik wel om de zzzz..zz.zes minuten je zus op d’r bek p..pa..pakken.’
Een uitbarsting van gelach en gejoel is het resultaat. De brasem weet zich zo snel geen houding te geven, maar lacht al snel luidkieuws mee.
Een straalbezopen waterjuffer verliest alle controle en bulderend van het lachen zakt hij steeds weer met zijn poten door het water.

‘Oh schitterend!’ denk ik bij mijzelf. Wat een talenten die otters.
Na het ottercabaret is het de beurt aan O2-factor, een talentenshow voor jong zangtalent waar een gruntende kikker veel indruk maakt.
Mijn god, wat kan die jongen schreeuwen!
De jury is verdeeld. Na een hevige discussie tussen een plof-kopvoorn en een sympathieke eend, wordt het oordeel uitgesproken.
De brulkikker is de winnaar en mag door naar de volgende ronde.
Zijn overwinningskreet is mogelijk nog harder dan zijn act en ineens schrik ik wakker.
Even knipper ik met mijn ogen en vraag mijzelf af hoe lang ik hier al lig.
Dan vormt zich een brede glimlach. Wat een leuke droom zeg.
Moe, maar voldaan stap ik iets later mijn bed in. Misschien zie ik ze zo nog even terug.