Het Mozartjaar
Er vond tijdens die uitzending naast het nadrukkelijk etaleren -en bejubelen- van wat afgewezen muzikale asielzoekers ook een of andere presentatie plaats van jeugdige muziekschrijvertjes die mooie liedjes hadden gemaakt of gespeeld-opgewonden in een microfoon rijmpjes konden schreeuwen. Allemaal van schamper commentaar voorzien door Hanneke Groenteman die duidelijk geen kaas gegeten had van kinderen en hun belevingswereld: "Dit liedje wat je gaat zingen heb je voor je vader geschreven he?" "Ja.." "Heb je een goed contact met hem?" "Ja hoor.." "Maar straks ga je uit huis, en dan zie je hem niet zoveel meer, dan verwatert het contact natuurlijk. Lijkt je dat niet vervelend?" "Eh..". Best wel onderhoudend in je ochtendjas met achtendertig vijf en een laatste slok Samur.
Maar wat me weer verbaasde was de oude kwaal van de opgeleide Nederlandse klassieke muzikanten die met popnummers mee moeten spelen, doe dat nou maar niet. Popmuziek is voor mensen die het niet eng vinden om voorbij achtse en zestiende noten te zoeken, die 'timing' en 'opvatting' niet als iets academisch maar als iets levends beschouwen en die niet wakker (zullen) liggen dat 'ummoasie' als muzikaal ingredient automatisch tot een wreed fascistoide staatsmodel zal leiden.
Behalve natuurlijk als er iets gespeeld wordt van een academische hedendaagse componist die een stuk ontworpen heeft waar geen enkele menselijke binding meer mee te maken valt, dan durven de klassieke vakzusters en -broeders ineens wel voluit te gaan, das immers niet eng maar vooral cultureel-maatschappelijk verantwoord en reuze correct.
Het is een trend die is doorgezet na het einde van WOII. Dolf hield namelijk van Wagner en aanverwante bombast. Dus iedereen die ook van Wagner (of laat-romantische muziek) hield kreeg na de Duitse teloorgang te maken met het na-oorlogse verzet, de mariniers die tijdens de gevechten wijselijk aan wal waren gebleven om in vredestijd alsnog sabotage te kunnen plegen en dat met veel voorbeeldig misbaar mochten doen, natuurlijk ook om duidelijk op te kunnen vallen tussen de wat stillere, echte verzetshelden. De geboorte van de politiek-korrekte dwangbuis vond toen plaats in de breinen van de artiesten en de rest is opvoedkundig geklieder, gepiep, gebeuzel en anderzins neerbuigende zooi van jongens en meisjes die hun kans hadden gemist toen er moffen om te leggen waren maar gelukkig adhoq alsnog intellectueel ten strijde konden gaan trekken tegen dat grote fascistoide gevaar dat in elk menselijk (westers/blank/mannelijk-academisch) brein rondwaart en alleen door een klismatisch culturele herverheffing bestreden kon worden.
Daar is een domme cultuur van fanatiek-zeikerige domineetjes uitgegroeid die niet meer wisten hoe je een viool beetpakt om vervolgens in de kroeg een feestje te bouwen, het moest allemaal bedoeld zijn om 'dit nooit meer' blijvend te garanderen. Dat zorgt immers voor een fijne, warme samenleving, als de kunst de rol van vingerzwaaiende ouwehoerende burgerlul op zich neemt en elke vorm van warmte en gemeenschapszin preventief om zeep helpt, daarbij natuurlijk netjes geholpen door andere grote geesten in de politiek en de media.
Subsidies gingen naar kotsende, brallende dichters, pianoslopende componisten en op het podium schijtende acteurs, immer gadegeslagen door een hongerige meute die hier haar kans schoon zag om door middel van het bezoeken van dit soort hilarische 'cultuuruitingen' gratuit het aura van een weldenkende erudiet mee naar huis te kunnen nemen. En als er ooit nog eens oorlog zou komen kon het niet aan hun liggen, zij hadden zich immers op de juiste culturele manier laten opvoeden, gesubsidieerd en wel.
Het is natuurlijk niet zo zwart/wit als ik het nu neerzet en er zat een boel echte angst en vooral veel naiviteit in, maar dat neemt niet weg dat de enige mooie symfonische muziek momenteel vooral te vinden is in bijvoorbeeld filmprodukties of -oh yeah!- games. Een componist als Joris de Man die het PS2spel 'Killzone' muzikaal ontzettend spannend en kwalitatief zeeer hoogwaardig heeft vormgegeven en zijn collega Johan de Meij die weer gewoon prachtige beeldende muziek schrijft doen hopen dat het binnenkort afgelopen is met de eeuwige herhalingsoefening van de beroepsopvoeders in cultuurland.
Waarom ik er ook zo'n punt van maak is dat meteen na de door het Nederlands Blazers Ensemble een beetje jachtig gespeelde Mozartmuziekjes die in een film als 'Amadeus' door de Academy of St Martin-in-the-Fields al zo perfect uitgevoerd waren er een ballet van Tchaikovski tegen de buis gesmeerd werd.
Ballet is een kunstuiting die een beetje voorbijgegaan is aan de verzetsstrijd, grijns-huppelend in je tutu tegen de fascisten tekeer gaan laat kwa overtuigingskracht nou eenmaal een en ander te wensen over. De mannen die je er tegenkomt zie je nou ook niet direkt op de barricaden staan zeg maar. Men had er voor gekozen om Tchaikovski's Notenkrakersuite te hupsen, kompleet met orkest en oude decors. Nou heeft de muziek van Tchaikovski een vrij hoog songfestivalgehalte, om meerdere redenen. Bloemenwalsen, dansen van suikerfeetjes, noem maar op. De beste man was ruiger dan een Amsterdamse toeristenstraat en dat is natuurlijk prima, maar dat mag je ook wel een beetje meenemen in zo'n produktie, leuk toch?
Maar nee, ook hier hadden de dames hun lesje goed geleerd. Ok, de danspasjes en dik aangezette 'acteer'prestaties brachten me bijna aan het borduren maar die muziek... Allejezus, wat-was-dat-saai. Weer moest alles wat Tchaikovski leuk maakte gespeeld worden zonder vervoering, zonder plezier, zonder opzwependheid. De indruk die deze uitvoering bij me achterliet was dat Tchaikovski geen homofiel maar een necrofiel was, het zou echt helemaal af zijn geweest als Jerney Knaagman als botoxballerina de hoofdrol zou hebben gezombiestrompeld.
Ik hoop dat een van de weinige goeie zaken die vanuit het europese onderwijsbeleid voortkomt het uitbannen van dit soort mallotigheden gaat behelzen, dat kunstdocenten niet meer als antifascistische goeroe's brave matig-getalenteerde kinderen gaan opleiden tot meelopers van hun gedachtengoed, zonder zin, drang, nieuwsgierigheid, de wil om te overtuigen of zelfs de wil om anderen gewoon een prachtige kunstbeleving mee te willen geven in een avondje theater.
Het personage Mozart is al eens monumentaal neergezet door Peter Schaeffer en Milos Forman, hun film 'Amadeus' is een volkomen geslaagde symbiose tussen theater, film en muziek. Alles lijkt te kloppen, alles is schitterend uitgevoerd en niemand heeft ergens de neiging om je met een belerende boodschap naar huis te sturen. Daar aan proberen te tippen lijkt me voor de dwangdenkende dominees in dit land een lastige opgave.
Eerst maar eens een Wagnerjaartje er tegenaan gooien om die duivels te leren zien zoals ze zijn, eens een cdtje van Jeff Buckley opzetten, dat werk. Durven inzien dat er allang (weer) een wereld opengegaan is voorbij de politiek-korrekte metronoom.