Een betere opvoeding begint bij jezelf

Overheidscampagnes. Jaarlijks gaan er miljoenen in om en communicatieadviesbureaus verdienen er dikke en dik belegde boterhammen aan. Soms zijn ze bedoeld om de bevolking te informeren over de één of andere maatregel of over nieuwe wetgeving. Denk aan de spotjes rondom de nieuwe zorgwetgeving of de niet aflatende neiging van de Belastingdienst om ons op het hart te drukken dat ze het iedere keer weer gemakkelijker kunnen maken. Vaker hebben de campagnes echter de intentie de houding of het gedrag van de burger ten aanzien van het één of ander te veranderen, uiteraard in een richting die de overheid wenselijk acht.

Zo wordt ons al jaren ingepeperd dat drank meer kapot maakt dan je lief is, weet inmiddels iedereen wel dat een beter milieu bij jezelf begint en is er niemand die op de eerste maandag van de maand, als om 12:00 uur de sirenes worden getest, met voor een half jaar aan proviand de schuilkelder induikt. Los van het feit dat dit soort boodschappen altijd iets betuttelends en bevoogdends hebben, is er ook geen enkele communicatieadviseur die met droge ogen durft te beweren dat dit soort campagnes daadwerkelijk effect hebben. Ze versterken hooguit reeds bestaande sentimenten en gedragspatronen. Mensen die toch al matig of niet drinken, knikken instemmend bij de boodschap dat drank meer kapot maakt dan je lief is. En de brave huisvader die al jaren zijn afval scheidt, zijn batterijen netjes inlevert en met de trein naar zijn werk gaat, hoort met goedkeuring aan dat een beter milieu bij jezelf begint.

Natuurlijk zullen genoemde communicatieadviseurs de vermeende effecten van de gemiddelde campagne zelden tot nooit publiekelijk in twijfel trekken. Hun schoorsteen moet immers ook roken, en de oeverloze stroom euro's die de overheid ieder jaar weer in de pot van de Rijksvoorlichtingsdienst - 's rijks propagandamachine - stopt is één van hun belangrijkste brandstoffen. De meer integere communicatieadviseur die ook wat verder durft te kijken dan zijn vakgebied smal is, zal echter de eerste zijn om toe te geven dat de mogelijkheden om gewenst gedrag met een massamediale campagne te stimuleren buitengewoon beperkt zijn.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de massamedia het gedrag van mensen niet kunnen beďnvloeden. Integendeel. Dat de seksistische clips van zogenaamde 'gangstarappers' die laat op de avond uit worden gezonden op muziekzenders als TMF en MTV, een belangrijke inspiratiebron waren voor de serie verschrikkelijke tienerverkrachtingen op het Rotterdamse Katendrecht, zullen weinigen ontkennen. Maar hier speelt hetzelfde effect als hierboven beschreven; reeds bestaande sentimenten en gedragspatronen worden versterkt. En zolang er geen corrigerende omgeving - lees: ouders - is kunnen de gevolgen volledig uit de hand lopen.

In die omgeving zit hem natuurlijk ook precies de sleutel. In het kader van een stukje lokale overheidscommunicatie zag ik vanmorgen in mijn stad - datzelfde Rotterdam - grote aanplakbiljetten van wethouder Leonard Geluk, die de stadsbewoners uitdaagt via internet met hem in discussie te gaan over de volgende stelling: "ik vind dat wij meer tijd moeten besteden aan onze kinderen". Op de website van de gemeente legt de wethouder uit dat Rotterdamse ouders in de praktijk te weinig tijd hebben voor de opvoeding van hun kinderen, waardoor ze zonder ontbijt of warme kleren naar school worden gestuurd.

Dat is natuurlijk vervelend. Al lijkt mij dat het ergste niet van een gebrekkige opvoeding. In de buurt waar ik woon zie ik kinderen - zwart en wit - de hele dag op straat rondhangen, terwijl de ouders in geen velden of wegen te bekennen zijn. En gezien het hoge werkloosheidspercentage in mijn wijk zijn dit geen ouders die geen tíjd hebben voor de opvoeding van hun kinderen. Dit zijn ouders die op de een of andere manier geen zín hebben in de opvoeding van hun kinderen. Dus worden ze de straat op geschopt en moeten ze het zelf maar een beetje uitzoeken. Dit zijn kinderen die niet thuis worden opgevoed, maar op straat. Deze kinderen worden niet door de ouders opgevoed, maar door elkaar. Dat hier vroeg of laat problemen van komen hoeft natuurlijk niemand te verbazen.

Jammer is wel dat de Rotterdamse overheid hier niet veel meer tegen op te bieden heeft dan een zoveelste tijd en geld verslindende campagne. Want ook hiermee zal het gaan zoals met al die andere campagnes; bij de burger die normen en waarden hoog in het vaandel heeft staan gaat het er in als zoete koek, de burger die helemaal niet zit te wachten op het opvoeden van zijn eigen kinderen zíet de posters niet eens, laat staan dat hij eens even lekker met de wethouder gaat zitten chatten over de punten waarop hij in gebreke blijft.

Trouwens, als ook een betere opvoeding bij jezelf begint, mogen we hopen dat de gemiddelde Rotterdammer niet al te veel kijkt naar hoe de wethouder zelf voor zijn eigen kinderen klaar staat: "Op gezette tijden probeer ik thuis te zijn" zegt de wethouder op de website van de gemeente, "in het weekend onderneem ik om beurten met één van de kinderen een activiteit." Dat houdt niet over, zou ik zeggen. En als goed voorbeeld doet volgen heeft de communicatieadviseur met zó'n vriend dus geen vijanden nodig.