Het is eigenlijk zo simpel
Het heeft er alle schijn van dat de aanslagen in Londen van afgelopen donderdag zijn gepleegd door moslimfundamentalisten. Na New York (2001) en Madrid (2004) was het voor de inwoners van Londen niet meer een kwestie van of, maar wanneer. Hoe kunnen we dergelijk terrorisme bestrijden? Het antwoord ligt meer voor de hand dan je wellicht zou denken.
Mensen die bereid en in staat zijn om aanslagen te plegen op onschuldige burgers, waarbij zij al dan niet zelf het leven laten, zijn gek. Daar kunnen we kort over zijn. Geschift, gestoord, de weg kwijt, ja, van God los. Maar laten we eens kijken hoe het in elkaar steekt. Je hebt eigenlijk drie niveaus. In de eerste plaats zijn er de geweldspredikers, de verkondigers van extremistische en onverdraagzame ideologieën. In de tweede plaats heb je de fanatici, die bereid zijn die ideologieën in praktijk te brengen. En in de derde plaats is er het draagvlak, de grote groep overwegend anonieme sympathisanten die weliswaar niet actief bommen knutselen, maar die met instemming de verrichtingen van de eerste twee niveaus volgen en wellicht zelfs aanmoedigen.
Waarom doen zij dat?
Vooraleerst is het van belang te benadrukken dat het hierboven beschrevene niet alleen van toepassing is op de wereld van de islam. Het is, goedbeschouwd, ook van toepassing op joodse en christelijke samenlevingen. Waarom nemen wij onze toevlucht tot geweld? Omdat de ander begon. Daar komt het in essentie op neer. Niemand zal toegeven dat hij het eerste schot heeft gelost. De ander begon en toen restte ons niet veel meer dan onszelf en onze overtuiging te verdedigen. Vooral dat laatste is een cruciale pleisterplaats op de routekaart naar vrede.
De geweldsprediker en de fanaticus zijn gevaarlijke gekken die van jongs af aan met pijn en bloed zijn gevoed. Dergelijke idioten dienen zonder enige aarzeling in een diepe kerker te worden geworpen om er niet meer uit te worden losgelaten. Maar daarmee los je het probleem niet op. De wereld miegelt namelijk van de idioten die op hun beurt staan te wachten. Je moet er juist voor zorgen dat het die idioten aan draagvlak ontbreekt. Dat als er iemand opstaat die zegt dat het goed is als we met bommen gaan gooien, de meerderheid van de mensen zegt: 'Doe jij eens even normaal en ga iets nuttigs doen.'
Ik ben ervan overtuigd dat mensen per definitie een bestaan willen opbouwen. Aan een toekomst bouwen voor hun zelf, hun familie, hun omgeving, hun land. Maar als mensen daar de kansen niet toe krijgen, raken ze gefrustreerd. Frustratie leidt tot afgunst, afgunst leidt tot nijd en nijd is een vruchtbare voedingsbodem voor extremisme.
De overgrote meerderheid van de moslims in Nederland, in Amerika, in Spanje, in het Verenigd Koninkrijk, wijst extremistisch geweld af. Het zijn mensen die, net als wij, proberen het beste van het leven te maken. Niettemin kent de moslimgemeenschap in elk van die landen, net als onze eigen gemeenschap, frustratie en nijd. De oorzaak daarvoor ligt in ongelijkheid. Als de buurman een mooie auto koopt, denken we onwillekeurig: 'waar doet-ie het van?' Vrij vertaald: 'Waarom hij wel en ik niet?'
Moslims klagen over de geslotenheid van onze samenleving. Zij zeggen: 'Hoe veel cursussen ik ook volg, hoe lang ik hier ook woon, ik zal door jullie nooit als Nederlander worden beschouwd.' Hebben ze gelijk? Zijn we bevooroordeeld? Luisteren we eigenlijk wel goed naar de mensen? Geert Wilders heeft zijn aanhang te danken aan frustratie. Waarom heeft zo'n man zo'n draagvlak kunnen opbouwen?
Terug naar het verdedigen van je overtuiging. Als je ervan overtuigd bent dat vrijheid een groot goed is, moet je dat belijden. Niet op de VVD-manier dat iedereen zijn eigen vrijheid moet najagen, nee, echte vrijheid win je voor de ander. Als je mensen eerlijke kansen geeft om een bestaan op te bouwen, is er geen voedingsbodem voor extremisme en bevrijd je jezelf van de angst voor aanslagen. Het is eigenlijk zo simpel.